We spreken van ‘energierijke’ voedingsstoffen als ze in het lichaam calorieën (m.a.w. energie) vrijgeven. Concreet zijn dit:
- koolhydraten, waaronder alle suikers: 4 kcal per gram
- eiwitten: 4 kcal per gram
- vetstoffen: 9 kcal per gram
- alcohol: 7 kcal per gram
Vetten zijn dus de geconcentreerdste energievorm. Hoe hoger het vetgehalte van een voedingsmiddel, hoe meer calorieën het bevat per 100 g.
Laagcalorische zoetstoffen bevatten echter nauwelijks calorieën. Wanneer je ze gebruikt ter vervanging van gewone suiker, beperk je meteen ook je energie-inname.