Bulk- of vulzoetstoffen worden industrieel aangemaakt, maar zijn in kleine hoeveelheden ook van nature aanwezig in diverse fruit- en groentesoorten, zoals rode vruchten, maïskorrels en kokosnoot. Ze zijn meestal minder zoet dan suiker: hun zoetkracht bedraagt 0,4 tot 1 keer die van gewone suiker of sacharose. Ze kunnen echter worden gecombineerd met intensieve zoetstoffen om een mengsel te verkrijgen dat wordt gebruikt in dezelfde verhoudingen en met dezelfde zoetkracht als suiker.
Lees ook: Hoe bak ik een cake zonder suiker?
Bulkzoetstoffen zijn voornamelijk polyolen, die in de Europese Unie zijn geregistreerd als levensmiddelenadditieven en daarom een E-nummer hebben. Een uitzondering geldt voor tagatose, dat geen polyol is en niet als additief wordt beschouwd in de Europese Unie.
Calorische waarde van bulkzoetstoffen
In tegenstelling tot laagcalorische zoetstoffen hebben polyolen een niet te verwaarlozen calorische waarde: gemiddeld 2,4 kcal per gram, wat wel nog altijd minder is dan de calorische waarde van suiker (4 kcal per gram). De enige uitzondering is erythritol, een polyol met calorische waarde nul. Tagatose heeft een calorische waarde van 1,5 kcal per gram.
Belang van polyolen voor de gezondheid
Afgezien van de lagere calorische waarde dan suiker bieden polyolen het voordeel dat ze de bloedsuikerspiegel of glycemie niet verhogen, wat bijzonder interessant is voor personen met diabetes. Bovendien dragen polyolen niet bij tot de ontwikkeling van tandcariës.
Na zorgvuldig onderzoek van die zaken kende de EFSA twee gezondheidsclaims toe aan polyolen. De claims gaan over:
- Het behoud van de mineralisatie van tanden (door demineralisatie te verminderen).
- De verlaging van de glycemische respons na een maaltijd (lagere stijging van de bloedsuikerspiegel na een maaltijd).
Polyolen in het lichaam
Na inname worden polyolen slechts in geringe mate in de darm geabsorbeerd. Het zijn matig verteerbare koolhydraten. Het overgrote deel ontsnapt aan de spijsvertering en komt bijgevolg terecht in de dikke darm, waar ze gefermenteerd kunnen worden. Sommige polyolen oefenen een zogenaamd prebiotisch effect uit: ze voeden op nuttige wijze de darmmicrobiota (de vroegere darmflora).
Lees ook: Beïnvloeden zoetstoffen de darmflora?
Bij hoge consumptie kunnen polyolen spijsverteringsongemakken veroorzaken (gasproductie, versnelde darmtransit). Daarom moeten voedingsproducten met polyolen verplicht de vermelding ‘Overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben’ bevatten.
Veiligheid van polyolen
De meeste polyolen hebben een ‘niet-gespecificeerde’ Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI). Na diverse evaluaties van de veiligheid besloten deskundigen van het Gezamenlijk Comité voor Levensmiddelenadditieven van de FAO en de WGO (JECFA) dat polyolen veilig zijn voor de gezondheid van de mens, en dat een niet nodig is.
Gebruik van polyolen
Polyolen worden gebruikt als zoetstof vanwege hun zoete smaak, maar worden ook ingezet voor andere technologische functies. Zo kunnen ze fungeren als emulgator, stabilisator, bevochtigingsmiddel, verdikkingsmiddel en textuurmiddel.
Dat is het geval voor miraculine en een extract van Monkfruit. Beide stellen we hier kort voor.