Ze werden in 1979 ingevoerd in de Europese Unie en omvatten ingrediënten zoals kleurstoffen, antioxidanten, bewaarmiddelen en zoetstoffen. Ze worden toegevoegd aan producten om een eigenschap ervan te verbeteren, bijvoorbeeld de kleur, de smaak of de houdbaarheid.
Voordat een additief een E-nummer kan krijgen, ondergaat het een uitgebreide reeks veiligheidstests aan de hand van een wetenschappelijke studie. Pas als de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EAV) de onschadelijkheid van de stoffen garandeert, krijgen ze een E-nummer. E‑nummers behoren dan ook tot de best geanalyseerde stoffen in onze voeding.