DOE DE TEST!

‘Natuurlijk’ is niet, per definitie, een garantie voor veiligheid!

De consument hecht steeds meer belang aan ‘natuurlijke’ producten. Hoe zit het echter met de voedselveiligheid? Wij hadden een gesprek met professor Tytgat, toxicoloog aan de KU Leuven.

digitalen-natuurlijk-toxiciteit

“Als het natuurlijk is, zal het wel goed zijn”, horen we vaak. Nooit eerder hechtten we zo veel belang aan ‘natuurlijke’ producten. De natuurlijke aard van iets gelijkstellen aan “gezond en veilig” (en omgekeerd iets “kunstmatigs” aan “gevaarlijk”) is echter zinloos en wijst op een gebrek aan kennis, aldus professor Jan Tytgat. Neem bijvoorbeeld een kleurstof uit de familie van de carotenoïden (de geel-oranje-rode pigmenten in kleurrijke groenten en fruit). Een daarvan, bètacaroteen, komt voor in een natuurlijke vorm, maar kan ook kunstmatig worden aangemaakt. In beide gevallen legt die stof hetzelfde traject af in ons lichaam, ongeacht zijn oorsprong. Hetzelfde geldt voor natriumglutamaat, een smaakversterker die we terugvinden in de natuur, maar die ook door synthese kan worden verkregen.

Natuurlijk kan gevaarlijk zijn

“De natuur is onze vijand!” Zo extreem durft professor Tytgat het stellen om de aandacht te vestigen op een aantal perfect natuurlijke risico’s. “Kijk maar eens rond in je tuin. Je zult er tal van giftige planten vinden. Met kleine kinderen in huis is het uitkijken geblazen. Ze kunnen immers de planten aanraken en vervolgens hun handjes naar hun mond brengen, waardoor ze gevaar lopen op vergiftiging.” Dat geldt onder meer voor vingerhoedskruid, wolfskers en bepaalde soorten paddenstoelen.

De voedingsadditieven die in gebruik zijn in de Europese Unie – waaronder de laagcalorische zoetstoffen – worden daarentegen allemaal zeer streng onderzocht. Alleen additieven die een E-nummer kregen, zijn toegestaan. Toch schrikt dat E-nummer de consument vaak af, terwijl het in werkelijkheid een teken is dat de stof voldoet aan alle veiligheidsgaranties om te mogen worden gebruikt in voedingsmiddelen.

Voor elk voedingsadditief is een nauwkeurige Aanvaardbare Dagelijkse Inname bepaald (de maximale hoeveelheid die je van de stof levenslang dagelijks mag innemen zonder gezondheidsrisico’s). Die ADI is doorgaans honderd keer kleiner dan de hoeveelheid waarbij geen enkel effect is waargenomen bij proefdieren. Dat betekent dus een grote veiligheidsmarge om elk gevaar uit te sluiten, vervolgt de toxicoloog.

Aspartaam versus stevia

Neem nu aspartaam, zegt professor Tytgat. Deze kunstmatige zoetstof is een van de meest bestudeerde moleculen ter wereld. Toch doen heel wat alarmerende uitspraken de ronde over deze stof, onder meer omdat bij de omzetting in ons lichaam methanol ontstaat. De hoeveelheden methanol die ontstaan door de consumptie van aspartaam, liggen echter ongeveer honderd keer lager dan de hoeveelheden die een probleem zouden kunnen veroorzaken. Zolang de consumptie van om het even welke zoetstof onder de ADI blijft, is er geen enkel probleem, benadrukt professor Tytgat. Dat heeft niets te maken met de natuurlijke of kunstmatige aard van de stof. Zoetstof op basis van stevia heeft dan wel een natuurlijke oorsprong, maar moet evengoed dezelfde evaluatie- en goedkeuringsprocedures doorlopen als aspartaam om de gebruiksveiligheid te garanderen.

Vragen over diabetes? Is een gezond gewicht een uitdaging? Of gewoon op zoek naar inspiratie om minder suiker te consumeren?