Zogeheten ‘vrije’ suikers zijn suikers die worden gebruikt om voedingswaren en dranken te zoeten. Hieronder vallen zowel suiker (sucrose) uit suikerbieten en suikerriet als witte en bruine suiker, fructose, honing, glucosestroop uit maïs, siropen uit tarwe, agave enz. De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) rekent ook de fruitsappen tot deze groep.
De nieuwe aanbevelingen van de WGO (1) onderscheiden twee niveaus voor het beperken van vrije suikers. Het eerste niveau, dat ten zeerste wordt aanbevolen, adviseert om niet meer dan 10% van de totale energie-inname (TEI) uit vrije suikers te halen. Dit advies (zonder de fruitsappen mee te rekenen) wordt al in veel landen toegepast, ook in België (2), en krijgt nu dus bevestiging. Het advies is gebaseerd op gegevens dat het naleven van deze limiet bevorderlijk is voor de controle van het lichaamsgewicht. Voor een dag van 2000 kcal komt de richtlijn overeen met 50 gram suiker of ongeveer acht suikerklontjes. Het tweede niveau voor de beperking van vrije suikers is strenger en adviseert om niet meer dan 5% van de TEI uit vrije suikers te halen, wat overeenkomt met één glas fruitsap van 25 cl. Dit advies is gebaseerd op een beperkt aantal gegevens die een gunstig effect op tandcariës suggereren.
Voor Prof Jean Nève (Voorzitter van de Hoge Gezondheidsraad) « blijft de 10% limiet een prioritaire doelstelling, die blijkbaar nog niet gehaald wordt in België. Inspanningen om de consumptie van toegevoegde suikers te beperken moeten dan ook voortgezet worden, want dit weegt heel zwaar op de gezondheid ».
In die context zijn laagcalorische zoetstoffen een waardevol hulpmiddel om te genieten van de voordelen die een beperkte consumptie van toegevoegde suikers heeft voor de gezondheid, zo wordt benadrukt door een panel van deskundigen en in een review verschenen in Current Obesity Reports.