Er bestaat niet zoiets als een ideaal gewicht voor een persoon. Je gewicht moet binnen een bepaalde onder- en bovengrens vallen om gezond te zijn. Zo bereken je die grenzen.
Zowel de nationale (Hoge Gezondheidsraad, Sciensano enz.), Europese (EFSA) als internationale (WGO) instanties gebruiken de Body Mass Index (BMI) om na te gaan of een volwassen persoon al dan niet een normaal gewicht heeft. Een normaal gewicht stemt overeen met een gewichtscategorie waarbinnen de gezondheidsrisico’s het laagst zijn. Daarom wordt het ook wel ‘gezond gewicht’ genoemd.
De BMI wordt berekend op basis van het gewicht en de lengte volgens deze formule:
BMI = Gewicht (kg)/Lengte (m²)
Iemand van 65 kg en 1,6 meter groot heeft een BMI van: 65/(1,6 x 1,6) = 25,4 kg/m².
De resultaten kunnen als volgt worden geïnterpreteerd:
BMI (kg/m²) | Nutritionele status |
< 18,5 | Ondergewicht |
18,5–24,9 | Normaal gewicht |
25,0-29,9 | Overgewicht |
30,0-34,9 | Obesitas klasse I |
35,0-39,9 | Obesitas klasse II |
/ 40 | Obesitas klasse III |
Lees ook: Is het erg dat ik als sporter te veel weeg?