De studie van Hoffmann et al. (1) onderzocht de biochemische werking van glucose en laagcalorische zoetstoffen tijdens experimenten in cellen (in vitro) en bij dieren, maar levert geen bewijs dat laagcalorische zoetstoffen zwaarlijvigheid of diabetes bij mensen zouden bevorderen. Volgens de analyse van de ISA werd geen enkel gerapporteerd resultaat van deze experimentele studie ooit waargenomen of bevestigd in studies bij de mens. Bovendien werden in deze experimenten de cellen blootgesteld aan een zeer hoge concentratie van laagcalorische zoetstoffen, wat in reële omstandigheden niet voorkomt. Daarenboven is er weinig informatie beschikbaar over de methodologie en de resultaten van de studie, en werd ze niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift of gereviseerd door collega’s. Het is duidelijk dat de nodige omzichtigheid geboden is bij het interpreteren van de resultaten.
Studies bij de mens brengen zoetstoffen niet in diskrediet
Integendeel, tal van klinische studies bij de mens hebben aangetoond dat laagcalorische zoetstoffen kunnen helpen om de calorie-inname, en dus ook het lichaamsgewicht, te verminderen als ze worden gebruikt om suiker te vervangen in het kader van een caloriearm dieet, en dat ze geen invloed hebben op het glucosegehalte in het bloed (2,3,4,5,6,7,8). In tegenstelling tot wat de studie van Hoffmann et al. beweert, kunnen laagcalorische zoetstoffen wel degelijk een belangrijk hulpmiddel zijn voor personen met diabetes (7,8).
Het gunstige effect van laagcalorische zoetstoffen bij de controle van de postprandiale glycemie wordt ook erkend in een gezondheidsclaim die is goedgekeurd in Europa (6). Volgens de ISA moeten de resultaten van deze experimentele studie dan ook in perspectief worden geplaatst met de conclusies van gecontroleerde studies bij de mens, die de draagwijdte van dergelijke beweringen sterk nuanceren. Op basis van de huidige kennis kunnen alle goedgekeurde laagcalorische zoetstoffen, met inbegrip van aspartaam en acesulfaam, helpen om de calorie- en suikerconsumptie te verminderen, en hebben ze geen enkele impact op het glucosegehalte in het bloed.