Hoe fantastisch zou het zijn om over gepersonaliseerde medicatie of therapie te beschikken, helemaal aangepast aan de patiënt zelf. Het behandelt de patiënt op het juiste moment, enkel dat wat moet behandeld worden en er zijn geen neveneffecten. Het onderzoek naar precision medicine (personalised medicine) is nog jong maar veelbelovend. Dr. Toon Maes (endocrinoloog Imelda en UZ Leuven) besprak precisiegeneeskunde binnen de diabeteszorg tijdens de Diabetes Studiedag van de Vlaamse Beroepsvereniging van Diëtisten (VBVD) in september 2022.
Mythes over diabetes uitgeklaard in dit artikel!
Van 2 naar 5 clusters diabetici
Precisiegeneeskunde omvat drie luiken: van precisie-diagnostiek, tot behandeling en prognose. Om de diagnose beter te kunnen stellen in geval van diabetes werden in een onderzoek zes variabelen geanalyseerd bij patiënten met diabetes: GAD-antistoffen, leeftijd, HbA1c, betacelfunctie en insulineresistentie. Hieruit konden geen twee maar wel vijf profielen diabetespatiënten onderscheiden worden, zo gaf Dr. Maes aan:
- Ernstige autoimmune diabetes (severe autoimmune diabetes)
- Ernstige insuline-deficiënte diabetes (severe insulin-deficient diabetes)
- Ernstige insuline-resistente diabetes (severe insulin-resistant diabetes)
- Milde obesitas-gerelateerde diabetes (mild obesity-related diabetes)
- Milde leeftijdsgerelateerde diabetes (mild age-related diabetes)
Met dit onderzoek werd duidelijk dat een hele groep patiënten, voornamelijk deze uit de cluster “ernstige insuline-deficiënte diabetes”, mogelijks niet of niet onmiddellijk de adequate therapie voorgeschreven krijgen. Daarnaast hebben patiënten uit cluster drie, “Ernstige insuline-resistente diabetes” opmerkelijk meer risico op comorbiditeiten.
Leefstijl en diabetes: ze kunnen niet los van elkaar besproken worden. Ontdek de infografiek!
Precisiegeneeskunde, de toekomst
Tot nu toe wordt voor de keuze van de therapie afgegaan op twee diabetestypes, type 1 of type 2-diabetes. Door de therapiekeuze per patiënt af te stellen op de bovenvermelde subclassificatie zou zowel het doel van de therapie sneller bereikt kunnen worden, alsook het risico op comorbiditeiten verminderd kunnen worden.
Sterke conclusies trekken is echter niet mogelijk. Precisiegeneeskunde zit nog in een beginfase en moet eerst verder onderzocht worden. Daarnaast zijn er ook duidelijke obstakels bij deze vorm van geneeskunde: een klinisch-biomedische identificatie en een genetische identificatie zijn nodig voor het maken van de subclassificatie. Het is duidelijk een toekomstgerichte vorm van geneeskunde, het personaliseren van de gezondheidszorg moet eerst verder op punt worden gesteld.
Zwangerschapsdiabetes en zoetstoffen: wat vertel je jouw patiënten hierover?