Dit is verwarrend. We maken de balans op met Christophe Matthys, Universitair Ziekenhuis Leuven en Professor Humane Voeding aan de KU Leuven.
Veel media hebben alarmerende informatie over aspartaam en kanker verspreid. Moet deze zoetstof worden vermeden?
De media stuurden inderdaad veel tegenstrijdige berichten. Eén afdeling van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) zegt dat het een “mogelijk kankerverwekkende stof” is (zoals ingemaakte groenten en aloë vera), terwijl een andere afdeling zegt dat de consumptie van aspartaam veilig blijft, met inachtneming van bepaalde hoeveelheden. We kunnen dus aspartaam blijven gebruiken!
Aspartaam is geclassificeerd als “mogelijk kankerverwekkend”, maar de WHO heeft onlangs de veiligheid ervan opnieuw bevestigd. Hoe verklaar je dat?
Er zijn twee instanties binnen de WHO: IARC en JECFA. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het werk van deze twee instanties: het IARC evalueert de kankerverwekkende aard van stoffen en classificeert deze op basis van het bewijsniveau, maar zonder rekening te houden met de blootstelling. JECFA evalueert de veiligheid van het gebruik van levensmiddelenadditieven, rekening houdend met de blootstelling, om te bepalen of een additief wel of niet kan worden toegelaten, en in welke hoeveelheid. De grote verwarring komt voort uit het feit dat het IARC aspartaam heeft geclassificeerd als “mogelijk kankerverwekkend”, terwijl de JECFA opnieuw heeft bevestigd dat aspartaam volkomen veilig is, zolang de consumptie binnen de ADI blijft.
Tot welke hoeveelheid wordt aspartaam als veilig beschouwd?
De Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) van aspartaam is vastgesteld op 40 mg per kg lichaamsgewicht per dag. Om deze veiligheidsdrempel te bereiken moet een persoon van 70 kg ongeveer 15 blikjes light- of zerodranken drinken. Maar u moet weten dat deze beoordeling gebaseerd is op het maximale aspartaamgehalte dat in dranken is toegestaan. Uit productanalyses uitgevoerd door het Sciensano Instituut is echter gebleken dat meeste producten nooit het maximaal toegestane niveau gebruiken. Dit betekent dat in België vrijwel niemand de maximale dagelijkse dosis haalt.
Gebruikt u naar aanleiding van de mededeling van de WHO nog steeds aspartaam in het ziekenhuis?
Na deze recente communicatie over aspartaam hebben we met mijn team in het ziekenhuis de situatie opnieuw bekeken en we hebben besloten aspartaam te blijven gebruiken. Wij gebruiken het uiteraard zowel voor patiënten met diabetes type 1 als voor patiënten met diabetes type 2. Hierdoor kunnen we een “zoete smaak” in zekere zin in hun dieet behouden.
Bestaat er bij sommige patiënten een risico op overconsumptie van aspartaam?
In theorie wel, maar we hebben ons eigen onderzoek uitgevoerd en hebben kunnen aantonen dat er bij patiënten met diabetes type 1, aan wie het gebruik van zoetstoffen is aanbevolen, geen sprake is van overmatige consumptie, ook niet bij kinderen.
Kunnen gezondheidswerkers een rol spelen bij de interpretatie van bepaalde alarmerende boodschappen?
Zeker en vast! In onze groep, in het Universitair Ziekenhuis Leuven, hebben we 50 actieve diëtisten en twee wetenschappelijke medewerkers; we bekijken en interpreteren de gegevens en proberen te communiceren via onze sociale netwerken (Instagram en Facebook), om wetenschappelijk correcte informatie te geven, zowel voor patiënten als voor collega’s. Diëtisten geven deze informatie ook door tijdens hun consulten. Zij spelen echt een heel belangrijke rol bij het correct informeren van patiënten over dergelijke onderwerpen.
Wat zou u als “take away message” meegeven?
U kunt zoetstoffen blijven consumeren, vooral als dit u is aanbevolen door een diëtist, arts of andere beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.