DOE DE TEST!

Zin in zoet & diabetes: hoe ga je ermee om?

De mens heeft vanaf de geboorte een voorkeur voor zoet. Deze voorkeur vervaagt met de jaren en maakt plaats voor aangeleerde smaken en gewoonten. Hebben diabetici meer zin in zoet dan anderen? Dat is een vraag voor Michaël Sels, Hoofddiëtist UZAntwerpen.

De zin in zoet en in eten in het algemeen kan twee oorzaken hebben, vertelt Michaël Sels tijdens het interview. Aan de oorsprong kan enerzijds een fysiologische trigger liggen, maar er kunnen ook externe factoren meespelen en dat is net wat voeding ingewikkeld maar ook net boeiend en plezant maakt. De honger kan dus fysiologische zijn van aard, maar ook emotioneel of sociaal.   

Waarom snakken sommige mensen meer naar zoet dan andere? 

Vanaf de geboorte hebben we een voorkeur voor zoet, zo heeft moedermelk bijvoorbeeld een zoete smaak. Dit komt wellicht omdat de zoete smaak geassocieerd wordt met energie, terwijl een zure smaak ons moet waarschuwen voor mogelijks rot voedsel en een bittere smaak voor onrijp voedsel. Deze aangeboren voorkeur zal met de jaren vervagen en plaatsmaken voor aangeleerde smaken een voorkeuren. Door herhaaldelijke blootstelling worden we aan iets gewoon en zullen we sterker naar bepaalde smaken verlangen. Dit zorgt ervoor dat bepaalde personen een sterkere aantrekking hebben tot zoete smaken dan andere.  

Wat zijn de oorzaken van een sugar craving

Het snakken naar zoet of de sugar craving kan verschillende oorzaken hebben, geeft Michaël Sels aan. Fysiologisch gezien, kan dit getriggerd worden door honger. Dit komt vaak voor bij personen die een niet verzadigende maaltijd hebben benut. Personen die bijvoorbeeld erg bewust bepaalde zaken gaan mijden in hun hoofdmaaltijd, zoals koolhydraten en vetten, kunnen na enkele uren snakken naar zoete voedingsmiddelen. Het lichaam geeft aan dat het niet verzadigd is.  

Daarnaast kunnen ook schommelingen in de glycemie of bloedsuikerspiegel zorgen voor een sugar craving. Een plotse daling van de bloedsuikerwaarden zal het lichaam alarmeren en het signaal geven dat er suikers nodig zijn. Personen met diabetes zullen hier extra aandacht aan moeten besteden. Om hun veiligheid te garanderen moet de bloedsuikerspiegel zo contant mogelijk worden gehouden.  

Lees ook: zoete smaak en zin in zoet, wat is het verschil?  

Wat hebben “hersenen” te maken met de zin in zoet? 

Het eten van suikers zet een beloningscircuit in gang. Bij het eten van zoete voedingsmiddelen zet het lichaam namelijk dopamine vrij, het zogenaamde gelukshormoon. Dopamine bereikt vervolgens de hersenen die het signaal opnemen en je een goed gevoel geeft. Dat is ook waarom sommige personen telkens opnieuw naar zoete voedingsmiddelen grijpen, zeker wanneer ze de gewoonte hebben genomen iets zoet te eten wanneer ze bepaalde emoties ervaren, zoals stress, verdriet of angst. 

Michael Sels en consultation
Diabetespatiënten helpen hun suikergewoonten onder controle te houden, één aspect van de praktijk van Michael Sels

Kan je verslaafd zijn aan suiker? 

Wat suikers betreft is een verslaving, zoals we die kennen bij drugs en alcohol, niet mogelijk. Er zijn bijvoorbeeld geen ontwenningsverschijnselen wanneer we stoppen met het eten van suikers. Wel is het zo dat je aangetrokken kan zijn door de zoete smaak. Dit kan enerzijds het geval zijn door gewoonte, zegt Michaël Sels: je eet bijvoorbeeld altijd iets zoet na de maaltijd. Maar de zin in zoet kan ook het gevolg zijn van andere triggerende factoren, zoals bijvoorbeeld een daling van de bloedsuikerspiegel. Wil je minder suiker eten, dan kan dat op verschillende manieren: je zorgt voor voedzame en evenwichtige hoofdmaaltijden, je neemt af en toe een hartige snack, je vervangt suiker door zoetstoffen… 

Lees ook: 100% geslaagde recepten met zoetstoffen 

Heb je als diabeet meer zin in zoet dan anderen? 

Een onderzoek heeft kunnen aantonen dat personen met diabetes een lagere perceptie hebben van de zoete smaak. Met andere woorden, ze hebben meer zoete smaak nodig alvorens het te ervaren. Dat kan een verklaring zijn voor de verhoogde zin in zoet bij diabetespatiënten, geeft Michaël Sels aan. Bij diabetici zijn de schommeling in de bloedsuikerspiegel heel belangrijk te monitoren, vervolgt hij, omdat het risico bestaat dat de glycemie de diepte ingaat. Iemand zonder diabetes kan ook een daling van de bloedsuikerspiegel meemaken, toch zal het lichaam de veilige ondergrens beter kunnen garanderen.  

Wat is het advies voor diabetici die zin hebben in iets zoet? 

Sta stil bij de triggerende factor. Kijk eerst de bloedsuikerspiegel na en volg de richtlijnen op in geval van een hypoglycemie, of te lage suikerspiegel. Dit wil zeggen dat je zo snel mogelijk snelle suikers moet innemen en als de maaltijd ver weg is, nog extra koolhydraten eten. Is de maaltijd dichtbij, dan zijn snelle suiker alsnog nodig, gevolgd door de maaltijd. 

Is er daarentegen sprake van gedragshonger, heb je zin in de zoete smaak? Of was de maaltijd voordien niet verzadigend genoeg? Neem je een tussendoortje? Geef de voorkeur aan gezonde tussendoortjes zoals fruit en noten, in functie van je medicatieschema. Iemand die insuline gebruikt kan meestal beter fruit eten bij de maaltijd bijvoorbeeld. 

Quelle collation choisir?

Hoe kan je een “sugar craving” dan vermijden?  

Eet voldoende tijdens de hoofdmaaltijd, dat is de allerbelangrijkste tip van Michaël Sels, om een sugar craving of een enorme drang naar suiker te vermijden. Een evenwichtige en verzadigende maaltijd helpt om minder te snacken tussen de maaltijden door. Zo vermijd je alvast honger en een dip in de bloedsuikerspiegel als triggerende factoren voor een sugar craving. Daarnaast heb je minder risico op overeten, een win-win dus. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij mensen die intermitterend gaan vasten: bij de eerste maaltijd die ze benutten na het vasten, is er een reëel risico op overeten.  

Kies voor een maaltijd met voldoende eiwitten en vezels, zegt Michaël Sels. Eiwitten en vezels zorgen beide voor een grotere en langere verzadiging. Ze vertragen de vertering van de maaltijd waardoor er minder hoge pieken van de bloedsuikerspiegel voorkomen, die dan vervolgens weer sterk gaan dalen. Een zeer belangrijke tip, ook voor personen met diabetes.  

Indien de sugar craving niet fysiologisch van aard is, dus indien het niet voortkomt uit een hongergevoel of een grote daling van de bloedsuikerspiegel, dan is het belangrijk om de externe factor te achterhalen. Het je zin in zoet uit gewoonte: na de maaltijd of voor TV…, heb je net reclame gezien of zag je iemand iets eten, liggen er zoetjes in de auto of is het emotioneel van aard. Ben je boos, droevig of net enorm enthousiast… Achterhalen van waar de drang naar zoet komt, is de eerste stap, vervolgt Michaël Sels. Vervolgens kan je kiezen op welke manier je de trigger zal beantwoorden. 

Hoe kies je een tussendoortje dat je echt deugd doet? Ontdek HIER de tips van Michaël Sels 

fris-ziltig-hartig-zoet

Orangettes

Ooooo, orangettes! Het is iets dat onze blogster Yasmine van @TartesYaya als kind niet altijd apprecieerde.

De combinatie fruit en chocolade is niet naar ieders smaak. Maar als je het eenmaal lekker vindt, is het niet meer te weerstaan. Yasmine ontwikkelde dit nieuwe recept van zelfgemaakte orangettes, zonder suiker toe te voegen. Heerlijk voor eigen gebruik of om af te geven als cadeautje.

INGREDIENTEN (+/- 200 g) 

  • 2 sinaasappels (115 g sinaasappelschil)  
  • 200 ml water 
  • 250 g 1:1 suikervervanger (of witte suiker) 
  • 150 g pure chocolade zonder toegevoegde suiker (lactosevrij als je lactose-intolerant bent)

Vind je dit recept heerlijk? Ontdek dan een ander recept van Yasmine !

BEREIDING 

  • Snijd de sinaasappels in vieren en haal het vruchtvlees eruit. Gebruik een lepel om het vruchtvlees eraf te schrapen. Laat het wit aan de schil zitten.  
  • Snijd de schillen overlangs in fijne reepjes van ongeveer 5 mm breed.  
  • Breng water aan de kook in een steelpannetje en kook de schillen 3 minuten in kokend water. Haal ze er vervolgens uit en leg ze in een kom koud water. Herhaal dit proces nog twee keer en ververs daarbij steeds de kom koud water.  
  • Weeg de suikervervanger af in het steelpannetje en giet er 200 ml water over. Breng aan de kook en roer er met een garde door. 
  • Wanneer de suikervervanger is opgelost (na 5 à 10 minuten) doe je er de sinaasappelschillen bij. Laat dit 30 minuten koken op een zacht vuur. 
  • Haal de schillen uit de siroop en laat ze uitlekken in een vergiet. 
  • Spreid de schillen uit over een bakplaat bedekt met bakpapier en droog ze in de oven op 60 °C gedurende 1 uur en 15 minuten. Keer ze halverwege om (controleer of ze droog aanvoelen).  
  • Hak de chocolade in stukjes en doe deze in een magnetronbestendig kommetje. Smelt de chocolade in de magnetron op laag wattage (600 W) met intervallen van 30 seconden. Roer na elke 30 seconden de chocolade om en ga zo door tot bijna alle chocolade gesmolten is. Blijf dan roeren tot ook het laatste beetje volledig wegsmelt.  
  • Dompel nu een voor een de sinaasappelschillen in de chocolade. Laat even uitlekken op een vork (terwijl je met de steel van de vork op een kommetje tikt om de overtollige chocolade eraf te laten druipen). Leg de orangettes met chocolade op een schotel bedekt met bakpapier.  
  • Bewaar in de koelkast voor het knapperigste effect.  

Praktisch

  • 40 minuten voorbereiding + 15 minuten afwerking 
  • Bakken : 75 minuten
  • Lactose- & glutenvrij

Benodigheden

  • Steelpan 
  • Bakplaat 
  • Bakpapier 
  • Garde 

Energiewaarde = 60 kcal per portie (+/- 20 g)

6.6 g minder suiker (t.o.v. de gesuikderde versie)

Download het recept hier!

Financiers met sinaasappel

Ontdek het nieuwe recept van foodie en diëtiste Simply Morane : financiers koekjes met sinaasappel, met zeste van sinaasappel en een lekker feestelijk tintje! Een must voor een lekker brunch of vieruurtje tussen Kerst en Nieuwjaar.

Lees meer

Flan van braambessen met frisse granité

Ben je op zoek naar een feestelijk nagerecht? Eentje om van te smullen dat toch ook goed is voor het lichaam? Charlotte Pots deelt haar lievelingsrecept met ons, een flan van braambessen met frisse granité, zonder toevoeging van suiker.

Dit recept is deaal voor een feestelijk moment. Liever 100% plantaardig? Dat kan, vervang dan de gelatineblaadjes door agar agar. 

INGREDIËNTEN (4 personen) 

Voor de flan 

  • 250 g braambessen    
  • 50 g zoetstof op basis van stevia
  • 100 ml water 
  • 100 g plantaardig alternatief voor yoghurt op basis van soja met vanillesmaak 
  • Sap van 1 citroen (+/- 45 ml) 
  • 12 g gelatineblaadjes 

Voor de granité 

  • 2 dl water 
  • 60 g zoetstof op basis van stevia
  • Sap van 1 citroen (+/- 45 ml) 
  • 50 g zuring

Lees ook hoe Charlotte van dagelijkse hypo’s en hypers naar stabiele bloedsuikerwaarden ging! 

BEREIDING 

Voor de flan 

  • Kook de braambessen met het water en de suiker en mix.  
  • Giet het mengsel door een zeef zodat je een gladde coulis bekomt.  
  • Voeg de geweekte gelatineblaadjes toe en meng goed door.  
  • Doe er het citroensap en het plantaardige alternatief voor yoghurt met vanillesmaak bij. Verdeel het mengsel over 4 glazen en laat 4 uur opstijven in de koelkast.  
  • Voeg enkele braambessen en een lepeltje yoghurt toe. Werk af met de granité en wat blaadjes klaverzuring.

Voor de granité 

  • Kook het water met de zoetstof op basis van stevia.  
  • Voeg het citroensap en de zuring toe en blend tot een gladde massa.  
  • Giet het mengsel door een zeef en vries in.  
  • Eens hard kan je er met een vork ijsschilfers van maken.   

Energiewaarde = 181 kcal per portie 

27,5 g minder suiker (t.o.v. de gesuikerde versie) 

Download het recept hier!

ADI: voor een veilig gebruik

De maximale hoeveelheid van een zoetstof die dagelijks in alle veiligheid kan worden geconsumeerd, wordt aangeduid met de ADI of Aanvaardbare Dagelijkse Inname. Deze waarde varieert naargelang het type zoetstof en het lichaamsgewicht.

Lees meer

Kokosijsjes met braambessen

Een frisse frisco is hét zomerdessert bij uitstek. Op zoek naar een gezond recept met minder suikers dan de klassieke ijsjes uit de supermarkt? Diabeteslifestylecoach Charlotte Pots serveert je haar favoriete zomerijsje.

Lees meer

Ik heb diabetes: kan stevia mij helpen?

Bij diabetes type 2 kan het suikergehalte in het bloed onder controle gehouden worden door de suikerconsumptie te beperken. Ook laagcalorische zoetstoffen kunnen echter helpen. Uit een artikel uit Medical News Today blijkt dat dit zeker het geval is voor stevia.

Lees meer

Te veel suiker of te weinig? Getuigenis van Charlotte Pots

Het kostte Charlotte 20 jaar én een burn-out om te leren haar diabetes onder controle te houden én energiek door het leven te gaan.

‘Als ik destijds geweten had wat ik vandaag weet, had het me heel wat leed bespaard. Door mijn eetpatroon te veranderen, behoren diepe stijgingen en dalingen van suiker in het bloed voorgoed tot het verleden.’ 

Charlotte Pots kreeg in 1994 de diagnose type 1-diabetes. De endocrinoloog, huisarts en diëtist waren duidelijk: je mag alles blijven eten, maar tel je koolhydraten en pas je insuline aan. Zo gezegd, zo gedaan. « Bij elke hap en slok die ik nam, liep ik te tellen. Stond mijn bloedsuikerspiegel lager dan 70 mg/dl? Dan dronk ik de te lage suiker in het bloed weg met een blikje cola en twee boterhammen. In tegenstelling nam ik, bij een te hoge suikerspiegel in het bloed, een extra insulineshot.’ Simpel toch? Alleen… Zo voelde het niet. ‘Ik ging van te hoge suiker (hyper) naar te lage suiker (hypo) in het bloed en mijn humeur schommelde net zo snel als mijn bloedsuikerspiegel. Ik begreep niet wat ik verkeerd deed. Daarnaast kreeg ik ook te maken met heel veel symptomen, gelinkt aan de schommelende suikerwaarden in het bloed.’ Wanneer er te veel of te weinig suiker in het bloed is, kan dat trouwens ook gevaarlijk zijn, vermijden is de boodschap, maar wat kan je dan eten?  

Van te veel suiker naar te weinig en weer te veel… 

Van hypo, naar hyper, naar hypo. Zo kan je Charlottes eerste 20 jaren met diabetes het best omschrijven. ‘Chocolade, koeken, chips… Tijdens een hypo kon ik alles uit de kast eten. Dat angstige, opgejaagde gevoel – een typisch symptoom van te lage suiker -verdween zo na een tijdje. Maar twee à drie uur na de eetbui volgden gegarandeerd torenhoge bloedsuikers en een verpletterende vermoeidheid. De kilo’s kwamen er langzaam maar zeker bij. Ik liep voortdurend slechtgezind rond, voelde me falen als mama, partner en werknemer… Dit kon toch niet normaal zijn, laat staan gezond voor mijn lichaam?’  

Typische symptomen al je te veel suiker hebt, of hyperglycemie 

Een te hoge bloedsuikerspiegel (> 200 mg/dl) wordt gekarakteriseerd door verschillende symptomen, die persoonsgeboden kunnen zijn. Enkele van de veel voorkomende symptomen bij te veel suiker in het bloed zijn; 

  • Veel plassen 
  • Veel drinken 
  • Droge of plakkerige tong 
  • Lusteloosheid 
  • Vermoeidheid of slaperigheid 
  • Verlies van eetlust, misselijkheid en buikpijn

Snelle suikers in de vuilbak  

Charlotte werd uiteindelijk geveld door een burn-out. Tijdens haar zoektocht naar oplossingen kwam ze terecht bij een arts in de Chinese geneeskunde. ‘Ik leerde hoe Chinezen totaal anders naar diabetes kijken. Mijn lijf was simpelweg te moe om alle suikers te verwerken. De enige manier om van de insulinerollercoaster te stappen was: mijn ongezonde eetgewoontes loslaten. Byebye geraffineerde suikers, hello pure voeding met minder koolhydraten, meer eiwitten en gezonde vetten.’ Intussen kan Charlotte het zich niet meer anders voorstellen. ‘En nee, ik kook écht geen twee potjes. We eten met het gezin samen lekker én gezond.’ De hypo’s en hypers die jarenlang dagelijkse kost waren? Die heeft ze nog zelden. ‘Ik herken ze ook sneller. Als ik ’s ochtends met doemgedachten opsta, dan wéét ik dat mijn suiker te laag staat. Ik duik dan niet meer in de koekenkast, maar hou het bewust bij voeding die mijn lijf voedt. Dat helpt me beter door een hypo heen én voorkomt hypers. Die diepe dalen en pieken en de symptomen die eraan gelinkt zijn die me vroeger compleet onderuithaalden, heb ik niet meer. Dat heb ik écht aan mijn levensstijl te danken. Zolang je op de glucoserollercoaster zit, spring je van te laag suiker naar te hoge suiker. Het kan anders. En als het mij lukt, lukt het jou ook.’ 

Wat zijn de typische symptomen van te laag suiker of hypo? 

Bij een te lage bloedsuikerspiegel (< 60 mg/dl) treden vaak enkele vervelende symptomen op. Deze symptomen kunnen verschillen van persoon tot persoon. De meest voorkomende symptomen bij een te lage bloedsuikerspiegel zijn onder andere:

  • zweten 
  • beven 
  • plotse hevige honger 
  • geeuwen 
  • troebel zicht 
  • hoofdpijn 
  • hartkloppingen 
  • wisselend humeur 
  • bleekheid 
  • concentratiestoornissen 

3 gouden tips van Charlotte 

1/ Neem je hypo ernstig  

Een hypo is altijd een gevolg van te veel insuline. Negeer het dus niet. Kijk ook naar de trendlijn van je glucosemonitor. Bij een vlakke lijn zal je hypo milder zijn. Zie je een loodrechte pijl naar beneden? Dan weet je dat het snel gaat.  

2/ Geen extra suikers maar glucosetabletten 

Bij een hypo of te lage suikerwaarden, heeft je lichaam GLUCOSE nodig, geen fructose, sucrose of langere koolhydraten. Het kost je lichaam tijdens een hypo véél tijd en energie om suikers in glucose om te zetten. In die tijd kan je bloedsuikerspiegel nog meer verlagen. Ikzelf heb altijd Dextro energy op zak.  

3/ Minder koolhydraten eten werkt 

Minder snelwerkende, bloedsuikerpiekende koolhydraten eten gaf Charlotte haar leven terug, met veel minder insuline en hypo’s en véél meer energie. En zij is geen alleenstaand geval.  Zelfs wie geen diabetes heeft, plukt er de vruchten van.  

Als je zin in wat zoets hebt, kies dan voor dessertjes die je bloedsuikers niet zo doet pieken. Voeg zoetstoffen toe als je toch graag wat zoeter wil, maar probeer jezelf niet te bedriegen door overal de extreem zoete smaak op te zoeken.

Smullen van een heerlijk dessert?  Dat kan ook mét diabetes.  

Dat genieten en gezonde voeding hand in hand gaan, bewijst Charlottes lievelingsdessert. Het is niet alleen feestelijk recept, maar het smaakt nog veel beter. Geniet je mee van de flan met braambessen en frisse granité?  

7 tips om het hoofd koel te houden met diabetes

 Een auto-immuunziekte kan overweldigend zijn en je ook emotioneel (en fysiek) uitputten. Hoe help je een diabetes burn-out te voorkomen? Door de cyclus van negativiteit te doorbreken en af en toe zorgeloos te genieten van de kleine dingen. Van een heerlijke maaltijd of een lekkere mocktail zonder toegevoegde suikers… 7 extra tips van patiënte en Diabeteslifestylecoach Charlotte Pots.

Lees meer

Kokosijsjes met braambessen

Een frisse frisco is hét zomerdessert bij uitstek. Op zoek naar een gezond recept met minder suikers dan de klassieke ijsjes uit de supermarkt? Diabeteslifestylecoach Charlotte Pots serveert je haar favoriete zomerijsje.

Lees meer

Bramenconfituur met chiazaden

Dit supersnelle recept van bramenconfituur zonder toegevoegde suikers is een van de lievelingsrecepten van blogster en diëtiste, Chloé Desmet. Voor haar is het een ware must voor een lekker, licht en gezond ontbijt!

Ingrediënten (voor 450 g)

  • 500 g bramen 
  • 2 el. zoetstof op basis stevia in poedervorm (+/- ½ el. naar smaak) 
  • 1,5 el. chiazaden 
  • Een beetje zeste van limoen, fijngesneden 
  • Enkele druppels limoen, naar smaak  

Hoeveel stevia mag je dagelijks eten voor een veilig gebruik  ?

Bereiding 

  • Verwarm de bramen in een afgedekte pan op laag vuur om ze zacht te maken (10 tot 15 minuten). 
  • Zet het vuur uit en voeg 2 eetlepels stevia in poedervorm toe. 
  • Pureer de bramen met een vork en laat iets afkoelen. 
  • Voeg de chiazaden en limoenschil toe en meng goed. 
  • Voeg indien nodig nog een ½ el stevia en een paar druppels limoensap toe, naar smaak. 
  • Giet het mengsel in een potje, sluit het en zet het een paar uur in de koelkast. Laat het volledig afkoelen voor gebruik. 
  • De chiazaden zullen opzwellen en een deel van het sap absorberen, waardoor de confituur kan stollen. In de koelkast is deze confituur 10 dagen houdbaar. 

Tip: serveer het met een sneetje volkorenbrood, besmeerd met ricotta. Voeg een paar koffielepels van de bramenconfituur toe en smullen maar! 

Energiewaarde = 21 kcal per portie (2 kl.) 

12,5 g minder suiker (t.o.v. de gesuikerde versie) 

Download het recept hieri

Açaï bowl & zelfgemaakte granola

Start je dag goed en boordevol energie: deze super “smoothiebowl” met huisgemaakte granola is rijk aan antioxidanten en bevat een minimum aan toegevoegde suikers… een recept van onze foodblogger Everyday Marta!

Lees meer

Chocolade-hazelnoten smeerpasta

Met veel plezier presenteren we jullie Yasmine @tartesyaya! Onze nieuwe foodie bereide een alternatief voor traditioneel hazelnootpasta (chocopasta). Zonder toevoeging van olie, noch suiker! Een prima keuze voor diabetici en alle personen die hun inname van toegevoegde suiker willen beperken. Het is trouwens ook lactosevrij en glutenvrij. Heel eenvoudig te maken en om je vingers van af te likken, wat wil je nog meer?

Lees meer

Aspartaam in de media: moeten we ons zorgen maken? Neen!

Aspartaam heeft onlangs de krantenkoppen gehaald, omdat het geclassificeerd werd als “mogelijk kankerverwekkend”. Toch bevestigde de WHO tegelijkertijd de gebruiksveiligheid ervan.

Dit is verwarrend. We maken de balans op met Christophe Matthys, Universitair Ziekenhuis Leuven en Professor Humane Voeding aan de KU Leuven.

Veel media hebben alarmerende informatie over aspartaam ​​en kanker verspreid. Moet deze zoetstof worden vermeden?

De media stuurden inderdaad veel tegenstrijdige berichten. Eén afdeling van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) zegt dat het een “mogelijk kankerverwekkende stof” is (zoals ingemaakte groenten en aloë vera), terwijl een andere afdeling zegt dat de consumptie van aspartaam ​​veilig blijft, met inachtneming van bepaalde hoeveelheden. We kunnen dus aspartaam ​​blijven gebruiken!

Aspartaam ​​is geclassificeerd als “mogelijk kankerverwekkend”, maar de WHO heeft onlangs de veiligheid ervan opnieuw bevestigd. Hoe verklaar je dat?

Er zijn twee instanties binnen de WHO: IARC en JECFA. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het werk van deze twee instanties: het IARC evalueert de kankerverwekkende aard van stoffen en classificeert deze op basis van het bewijsniveau, maar zonder rekening te houden met de blootstelling. JECFA evalueert de veiligheid van het gebruik van levensmiddelenadditieven, rekening houdend met de blootstelling, om te bepalen of een additief wel of niet kan worden toegelaten, en in welke hoeveelheid. De grote verwarring komt voort uit het feit dat het IARC aspartaam ​​heeft geclassificeerd als “mogelijk kankerverwekkend”, terwijl de JECFA opnieuw heeft bevestigd dat aspartaam volkomen veilig is, zolang de consumptie binnen de ADI blijft.

Tot welke hoeveelheid wordt aspartaam als veilig beschouwd?

De Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) van aspartaam ​​is vastgesteld op 40 mg per kg lichaamsgewicht per dag. Om deze veiligheidsdrempel te bereiken moet een persoon van 70 kg ongeveer 15 blikjes light- of zerodranken drinken. Maar u moet weten dat deze beoordeling gebaseerd is op het maximale aspartaamgehalte dat in dranken is toegestaan. Uit productanalyses uitgevoerd door het Sciensano Instituut is echter gebleken dat meeste producten nooit het maximaal toegestane niveau gebruiken. Dit betekent dat in België vrijwel niemand de maximale dagelijkse dosis haalt.

Gebruikt u naar aanleiding van de mededeling van de WHO nog steeds aspartaam ​​in het ziekenhuis?

Na deze recente communicatie over aspartaam ​​hebben we met mijn team in het ziekenhuis de situatie opnieuw bekeken en we hebben besloten aspartaam ​​te blijven gebruiken. Wij gebruiken het uiteraard zowel voor patiënten met diabetes type 1 als voor patiënten met diabetes type 2. Hierdoor kunnen we een “zoete smaak” in zekere zin in hun dieet behouden.

Bestaat er bij sommige patiënten een risico op overconsumptie van aspartaam?

In theorie wel, maar we hebben ons eigen onderzoek uitgevoerd en hebben kunnen aantonen dat er bij patiënten met diabetes type 1, aan wie het gebruik van zoetstoffen is aanbevolen, geen sprake is van overmatige consumptie, ook niet bij kinderen.

Kunnen gezondheidswerkers een rol spelen bij de interpretatie van bepaalde alarmerende boodschappen?

Zeker en vast! In onze groep, in het Universitair Ziekenhuis Leuven, hebben we 50 actieve diëtisten en twee wetenschappelijke medewerkers; we bekijken en interpreteren de gegevens en proberen te communiceren via onze sociale netwerken (Instagram en Facebook), om wetenschappelijk correcte informatie te geven, zowel voor patiënten als voor collega’s. Diëtisten geven deze informatie ook door tijdens hun consulten. Zij spelen echt een heel belangrijke rol bij het correct informeren van patiënten over dergelijke onderwerpen.

Wat zou u als “take away message” meegeven?

U kunt zoetstoffen blijven consumeren, vooral als dit u is aanbevolen door een diëtist, arts of andere beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.

Voedseladditieven staan onder streng toezicht

Zijn voedseladditieven – waartoe ook laagcalorische zoetstoffen behoren – wel veilig? Ja, zolang het advies van de voedselveiligheidsagentschappen wordt nageleefd. Prof. Marie-Louise Scippo, professor voedselveiligheid aan de Universiteit van Luik, legt uit hoe de voedselveiligheid van additieven verzekerd wordt.

Lees meer

Is aspartaam kankerverwekkend? Niet zo snel!

Op 14 juli 2023 werd aspartaam nogmaals veilig verklaard door de WHO, ondanks aspartaam eerder door het International Agency for Research on Cancer (IARC) bij de mogelijk kankerverwekkende stoffen werd gerangschikt. Prof. Jan Tytgat, toxicoloog aan de KU Leuven, legt uit hoe we het werk van IARC en JECFA kunnen interpreteren.

Lees meer

Yoghurt & blauwe bessen repen

Deze koude snacks zijn een ware hype deze zomer en wij snappen waarom! Eenvoudig te maken en super lekker om de hele vakantie lang van te genieten. Bewaar ze in de diepvriezer en je hebt altijd een fris tussendoortje voorhanden.

Ingrediënten (voor 12 repen) 

  • 200 g blauwe bessen 
  • 125 g Griekse yoghurt 
  • 1 el zoetstof op basis van tagatose (1:1)

Voor de chocoladelaag: 

  • Optie 1: 200 g suikervrije pure chocolade + 1 eetlepel kokosolie 
  • Optie 2: 60 g kokosolie + 35 g cacaopoeder + 50 g 1-1 zoetstof op basis van tagatose 
  • 6 el suikervrije granola 

Bevat tagatose calorieën? 

Bereiding 

  • Meng de Griekse yoghurt in een kom met de zoetstof. Voeg de blauwe bessen toe en schep voorzichtig om.  
  • Verdeel het yoghurt- en bessenmengsel over een plat bord bekleed met bakpapier in 12 kleine repen. 
  • Zet minimaal 1 uur in de diepvriezer. 

Voor de chocoladelaag: 

  • Gebruik je de suikervrije chocolade: smelt de chocolade in de microgolf of au bain marie samen met de kokosolie tot een lopende gladde massa. 
  • Gebruik je cacaopoeder: Laat de kokosolie smelten in een kom. Voeg het cacaopoeder toe en meng goed. Voeg dan de zoetstof toe en meng tot een glad geheel. Warm eventueel even terug op om de zoetstof extra te laten smelten. 
  • Dip de yoghurtrepen onder in de chocoladelaag en laat even uitlekken. Leg vervolgens terug op het bakpapier en bestrooi de bovenkant snel met wat van de granola voor de chocolade uitgehard is.  
  • Zet de repen terug minimaal 10 minuten in de diepvriezer of koelkast om de chocolade volledig uit te harden. Smakelijk! 

Energiewaarde = 118 kcal per portie (*)

5 g minder suiker per portie (t.o.v. de gesuikderde versie) 

(*) recept – optie 1

Download het recept hier!

Alles wat u moet weten over polyolen

Polyolen zijn zogenaamde vul- of bulkzoetstoffen. Ze worden industrieel aangemaakt, maar zijn in kleine hoeveelheden ook van nature aanwezig in diverse fruit- en groentesoorten, zoals lijsterbessen of champignons. Hun zoetkracht bedraagt 0,4 tot 1 keer die van gewone suiker of sacharose. Ze leveren calorieën, maar weet je waarom?

Lees meer

Voedseladditieven staan onder streng toezicht

Zijn voedseladditieven – waartoe ook laagcalorische zoetstoffen behoren – wel veilig? Ja, zolang het advies van de voedselveiligheidsagentschappen wordt nageleefd. Prof. Marie-Louise Scippo, professor voedselveiligheid aan de Universiteit van Luik, legt uit hoe de voedselveiligheid van additieven verzekerd wordt.

Aspartaam, een van de meest bestudeerde stoffen ter wereld, deed in juli 2023 heel wat stof opwaaien. Het IARC, dat deel uitmaakt van de WGO, plaatste aspartaam toen namelijk op de lijst van ‘mogelijk kankerverwekkende stoffen’, waarop ook producten staan zoals aloë vera en ingemaakte groenten (pickled vegetables). In hun classificatie is dat de categorie met het laagste bewijsniveau van carcinogeniteit. Tegelijkertijd concludeerde een andere WGO-organisatie, die specifiek het risico van voedseladditieven bestudeert, dat aspartaam nog steeds als veilig wordt beschouwd in onze voeding. Hoe zijn die ogenschijnlijk tegenstrijdige conclusies mogelijk? Een goede aanleiding om even dieper in te gaan op de procedure voor de gewaarborgde voedselveiligheid van additieven. Dat doen we samen met Marie-Louise Scippo, professor aan de Universiteit van Luik.

1. Hoe is de voedselveiligheid van additieven georganiseerd in Europa?

“Europa heeft een zeer uitgebreide wetgeving over de voedselveiligheid van levensmiddelen, waaronder ook additieven”, legt prof. Scippo uit. “Bij het nemen van bepaalde beslissingen –voedingsmiddelen of additieven al dan niet toestaan, residuen van bestrijdingsmiddelen al dan niet tolereren, in welke hoeveelheid enz. – baseert de Europese Commissie zich op het onderzoek en het advies van de EFSA, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid. Dat is zo voor alle voedseladditieven: de EFSA evalueert eerst de veiligheid en vaardigt dan wetenschappelijk advies uit. Al die EFSA-adviezen zijn openbaar te raadplegen op de website van de instantie. Vervolgens baseert de Europese Commissie zich op het advies van de EFSA om een additief al dan niet toe te staan. Als een additief niet veilig is voor de gezondheid van de consument, wordt het niet toegestaan door de Europese Commissie.”

2. Hoe wordt bepaald of een additief veilig is?

“De EFSA brengt onafhankelijke wetenschappers uit verschillende Europese landen samen, die regelmatig de chemische en biologische gevaren in de voedselketen toetsen. Zij zijn georganiseerd in panels. Zo is er ook een specifiek panel voor voedseladditieven. De experten van dat panel verzamelen voor een bepaald additief alle beschikbare gegevens over de toxiciteit, om vervolgens een aanvaardbare dagelijkse inname of ADI vast te leggen. De ADI staat voor de hoeveelheid additief die je als consument elke dag van je leven kunt innemen zonder enig risico voor je gezondheid. Het cijfer is gebaseerd op studies met proefdieren, waarbij een dosis zonder effect wordt bepaald. Die dosis wordt gedeeld door een veiligheidsfactor 100, om helemaal zeker te zijn dat er bij mensen geen effect zal zijn. De ADI wordt uitgedrukt in milligram additief per kilogram lichaamsgewicht van de consument per dag.”

“Als een additief niet veilig is voor de gezondheid van de consument, wordt het niet toegelaten door de Europese Commissie.”

3. Gebeurt het soms dat een additief eerst wordt toegestaan, maar vervolgens alsnog wordt verboden?

“Ja, dat kan gebeuren. De EFSA zal regelmatig alle toegestane voedseladditieven opnieuw evalueren om rekening te houden met de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis. Bij elke herevaluatie vaardigt de EFSA een nieuw advies uit, dat ook op de website wordt gepubliceerd. De EFSA kan bijvoorbeeld een ADI naar beneden herzien of concluderen dat het niet mogelijk is om een ADI voor de mens vast te stellen en dus de veiligheid van de stof te garanderen. In dat geval beslist de Europese Commissie om het additief te verbieden. Dat is recent bijvoorbeeld nog het geval geweest voor een kleurstof, titaandioxide of E171.”

Ik controleer mijn consumptie van zoetstoffen!

4. En hoe zit het wereldwijd?

“Op mondiaal niveau is er een speciale instantie die zich bezighoudt met de risicobeoordeling van voedseladditieven. Het gaat om een gezamenlijk comité van experten van de WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) en de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties), beter bekend als het JECFA. In haar evaluaties houdt de EFSA ook rekening met het onderzoekswerk van het JECFA.

5. Stoffen die door bepaalde instanties als ‘mogelijk of waarschijnlijk’ kankerverwekkend zijn geclassificeerd, worden toch toegestaan. Hoe kan dat?

“We moeten onderscheid maken tussen gevaar en risico. Met gevaar bedoelen we dat de stof een potentiële toxiciteit vertoont, ongeacht de dosis, terwijl het risico voortvloeit uit de mate van de blootstelling aan het gevaar. Wanneer er een aanvaardbare dagelijkse inname of ADI bestaat, is het risico voor de consument verwaarloosbaar zolang de blootstelling onder die ADI blijft.”

“Het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) is een instantie van de WGO die focust op kankeronderzoek met het oog op kankerpreventie. Het IARC is niet specifiek geïnteresseerd in de voedselketen, maar in alle risicofactoren voor kanker, zoals alcohol, tabak, obesitas, milieu- en beroepsgerelateerde blootstellingen enz. Een van de afdelingen van het IARC heeft onder meer als taak om chemische verbindingen van allerhande aard in te delen in verschillende groepen, of ze nu synthetisch of van natuurlijke oorsprong zijn. Groep 1 betreft de bewezen kankerverwekkende middelen voor de mens, groep 2A omvat de waarschijnlijk kankerverwekkende middelen voor de mens en groep 2B de mogelijk kankerverwekkende middelen voor de mens. Die indeling staat volledig los van de dosis waarbij het effect wordt waargenomen. Sommige stoffen kunnen in hoge doses giftig zijn, maar totaal niet giftig bij een normale blootstelling.”

“De EFSA en het JECFA maken een risicobeoordeling die betrekking heeft op de blootstelling via voeding (waar het IARC zich niet mee bezighoudt). Daarbij houden ze rekening met het onderzoek van het IARC.”

6. Wat is er onlangs gebeurd voor aspartaam?

“Enerzijds heeft het IARC aspartaam ingedeeld in groep 2B, als mogelijk kankerverwekkend voor de mens. Anderzijds heeft het JECFA net voor de derde keer de veiligheid van aspartaam opnieuw geëvalueerd en de huidige ADI van 40 mg per kg lichaamsgewicht* per dag bevestigd.”

“Het IARC en het JECFA publiceerden op 14 juli een gezamenlijk persbericht met die informatie.”

“Volgens de huidige gegevens hoeven we ons dan ook geen zorgen te maken over aspartaam, zolang die consumptie de ADI niet overschrijdt.”

(*) 40 mg aspartaam ​​per kilo lichaamsgewicht per dag komt overeen met meer dan 12 blikjes light/zero cola per dag voor een persoon van 60 kg

Ik controleer mijn consumptie van zoetstoffen!

ADI: voor een veilig gebruik

De maximale hoeveelheid van een zoetstof die dagelijks in alle veiligheid kan worden geconsumeerd, wordt aangeduid met de ADI of Aanvaardbare Dagelijkse Inname. Deze waarde varieert naargelang het type zoetstof en het lichaamsgewicht.

Lees meer

Is aspartaam kankerverwekkend? Niet zo snel!

Op 14 juli 2023 werd aspartaam nogmaals veilig verklaard door de WHO, ondanks aspartaam eerder door het International Agency for Research on Cancer (IARC) bij de mogelijk kankerverwekkende stoffen werd gerangschikt. Prof. Jan Tytgat, toxicoloog aan de KU Leuven, legt uit hoe we het werk van IARC en JECFA kunnen interpreteren.

De pers heeft negatieve berichten verspreid over aspartaam, één van de meest gebruikte zoetstoffen en één van de meest onderzochte stoffen ter wereld. Maar is het echt zo erg? We stelden de vraag aan prof. Jan Tytgat, toxicoloog aan de KU Leuven en voor velen geen onbekende. Hij nuanceert: dit betekent niet dat we producten met aspartaam volledig moeten schrappen. Het is niet omdat het International Agency for Research on Cancer (IARC) een stof als “mogelijk kankerverwekkend” beschouwt, dat er een reëel risico is voor de gezondheid. Kort na de lek rond het rapport van IARC, werd de veiligheid van aspartaam nogmaals bevestigd door JECFA (Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives), op 14 juli 2023.

Alle info over aspartaam

Bewezen of mogelijk kankerverwekkend: een wereld van verschil

Het IARC, dat deel uitmaakt van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), beoordeelt het kankerverwekkende karakter van allerlei stoffen. Dit agentschap deelt alle stoffen onder in 4 groepen, afhankelijk van de bewijslast, gebaseerd op gegevens bij dieren en mensen.

GroepVoorbeelden
Groep 1: Kankerverwekkend voor de mensAlcohol, fijne vleeswaren
Groep 2A: Waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mensRood vlees, zeer warme dranken
Groep 2B: Mogelijk kankerverwekkend voor de mens (of mogelijk carcinogeen)Gepekelde groenten, aloë vera, aspartaam
Groep 3: Niet te klasseren voor wat betreft de carcinogeniteitSelenium

Het IARC heeft aspartaam aan groep 2B toegevoegd. Maar je moet een onderscheid maken tussen het gevaar (het kankerverwekkende karakter van een stof) en het risico (om kanker te ontwikkelen). Prof. Tytgat illustreert dit verschil met het voorbeeld van een giftige slang (het gevaar van een beet kan dodelijk zijn), die in een perfect beveiligd terrarium in de zoo zit, waardoor er niemand kan worden gebeten. “Het risico is dus quasi nul. We kunnen hetzelfde principe toepassen op stoffen uit het voedingspatroon.”

christophe-matthys

Vraag aan Christophe Matthys, prof. Human Nutrition, KU Leuven

In de media lezen we dat aspartaam “mogelijk kankerverwekkend” is, moeten we ongerust zijn?

Het antwoord is duidelijk, nee, zolang je geen overmatige inname van aspartaam hebt. Er moet een duidelijk verschil worden gemaakt in de recente informatie die door de WHO werd uitgebracht rond dit onderwerp:

– Aspartaam beschouwd als “mogelijk kankerverwekkend” door een agentschap dat onderzoek voert naar kanker (IARC), met een beperkte graad van evidentie bij de mens.
– De evaluatie van het reële risico dat dit voorstelt, in functie van de ingenomen hoeveelheid.

In de laatste evaluatie van het risico, besluit de WHO (via de JECFA) dat er geen risico vasthangt aan de toegelaten hoeveelheid aspartaam, met name 40 mg/kg lichaamsgewicht (de Aanvaardbare Dagelijkse Inname, ADI). Dit komt overeen met meerdere liters lightdrank. Onze eigen gegevens van het ziekenhuis tonen aan dat zelfs kinderen met diabetes – die behoren tot de grootverbruikers van suikervrije dranken gezoet met aspartaam – onder de ADI blijven, zelfs met hun lager lichaamsgewicht in vergelijking met volwassenen. Er is dus zeker geen reden tot paniek.

Alcohol en rood vlees

De wetenschapper vervolgt, “Het feit dat een stof beschouwd wordt als kankerverwekkend, betekent dat het in principe wel degelijk een gevaar kan voorstellen, maar in werkelijkheid, hangt het risico dat dit gevaar een reële impact heeft af van andere factoren. Laten we het voorbeeld nemen van alcohol, kankerverwekkend voor de mens (groep 1, kankerverwekkend). Het risico op de ontwikkeling van een kanker zal afhangen van de blootstelling aan het gevaar, i.e. de hoeveelheid en de frequentie van de alcoholconsumptie.”

Dat geldt eveneens voor rood vlees (groep 2A, waarschijnlijk kankerverwekkend) en gepekelde groenten (groep 2B, mogelijk kankerverwekkend) … “Alles hangt af van de hoeveelheid en de frequentie van de consumptie.”

Voor al deze stoffen en al deze voedingsmiddelen, is de onderverdeling in groep 1, groep 2A of groep 2B afhankelijk van de beschikbare wetenschappelijke evidentie. “Maar ook al is deze wetenschap besluitend en wordt een voedingsmiddel in groep 1 gerangschikt, zoals charcuterie en alcohol, wil dit niet zeggen dat het drinken van een glas rode wijn met een sneetje gerookte ham ons noodzakelijk kanker zal geven.”

Meer info over gezondheid en veiligheid

Wat is het verschil tussen het werk van het IARC en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA)?

Het IARC is een onderzoeksorgaan dat de stoffen evalueert en klasseert op basis van hun kankerverwekkende karakter, dit wil zeggen hun theoretisch potentieel dat ze bijdragen aan de ontwikkeling van kanker. Voedselveiligheid valt niet onder hun bevoegdheid. Op niveau van de Wereldgezondheidsorganisatie gaat JECFA (Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives) de veiligheid na van additieven. Bij ons is het EFSA de autoriteit van de Europese Unie die het risico evalueert, gerelateerd aan de blootstelling aan een stof om de voedselveiligheid te garanderen.

Zo onderzoekt het EFSA de laagcalorische zoetstoffen voor Europa. “Om de voedselveiligheid te garanderen, volgt het een zeer nauwkeurig protocol om de Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) vast te leggen. De ADI is de maximale hoeveelheid die men dagelijks in alle veiligheid mag consumeren. Voor elke zoetstof bepaalt het EFSA ook het type product waarin het mag voorkomen en de maximale hoeveelheid zoetstof die elk product mag bevatten. Via monitoring verzekert het EFSA bovendien dat de consumptie van laagcalorische zoetstoffen binnen de veiligheidsgrenzen voor de bevolking blijft.”

Meer info over de Aanvaardbare Dagelijkse Inname

Aspartaam wordt vaak in vraag gesteld. Is deze zoetstof nog altijd veilig?

“Aspartaam is al jaren het voorwerp van controverse. Bepaalde gegevens bij dieren wijzen op een kankerverwekkend effect, maar na onderzoek door het EFSA blijken die gegevens niet betrouwbaar en blijft het EFSA bij haar aanbevelingen. Aspartaam wordt dus nog altijd als veilig beschouwd, mits naleving van de ADI. De ADI van aspartaam werd vastgelegd op 40 mg/kg lichaamsgewicht en de consumptie ligt tussen 2 en 4 mg/kg lichaamsgewicht. Geen reden tot paniek dus.”

Leidt de verklaring van aspartaam als ‘mogelijk kankerverwekkend’ uiteindelijk niet tot verwarring bij de consument?

“Ja, in zekere zin wel. Daarom is het belangrijk dat de mensen weten dat het IARC geen autoriteit is op het vlak van voedselveiligheid, maar dat andere structuren erop toezien dat wat op de markt komt, ook perfect veilig is (uiteraard mits inachtneming van de gebruiksvoorwaarden).”

Lees ook: Is aspartaam gevaarlijk?

Ik controleer mijn consumptie van zoetstoffen!

Bronnen: Reuters, 29 juni 2023

Voedseladditieven staan onder streng toezicht

Zijn voedseladditieven – waartoe ook laagcalorische zoetstoffen behoren – wel veilig? Ja, zolang het advies van de voedselveiligheidsagentschappen wordt nageleefd. Prof. Marie-Louise Scippo, professor voedselveiligheid aan de Universiteit van Luik, legt uit hoe de voedselveiligheid van additieven verzekerd wordt.

Lees meer

De essentie over aspartaam

Hoeveel aspartaam consumeert men in België? Hoeveel mag men er in alle veiligheid van verbruiken? Hoeveel aspartaam neemt een volwassen vrouw of een kind van 10 jaar met een herkenbaar voedingspatroon zoal in per dag? Kijk het na in de nieuwe infografiek over deze zoetstof.

Lees meer

Italiaanse pistache biscotti’s

Echte Italiaanse biscotti’s met pistache, wat wil je nog meer? Een versie zonder toegevoegde suikers? Wel hier heb je het! Yasmine @tarteyaya ging op zoek naar de perfecte crunch om in de koffie of thee te dompelen. Deze Italiaanse pistache biscotti’s zijn niet alleen eenvoudig te maken, ze ogen ook mooi. Een ideetje voor een home made pakje?

Benodigdheden

  • Bakplaat
  • Bakpapier
  • Mengkom

Ingrediënten (voor 16 koekjes – 250g in totaal) 

  • 125 g amandelmeel
  • 60 g pistachenoten (ongezouten)
  • 50 g suikervervanger op basis van steviolglycosiden (1:1)
  • 1/2 tl bakpoeder
  • 1 snuifje zout
  • 1 ei
  • Optioneel: 1 tl amandelextract

Werken laagcalorische zoetstoffen laxerend?

Bereiding 

  • Verwarm de oven voor op 180°C.
  • Doe de droge ingrediënten in een mengkom: het amandelmeel, de hele pistachenoten, de suikervervanger, het bakpoeder en het snuifje zout.
  • Klop het ei los en doe er het amandelextract bij.
  • Doe het eimengsel bij de droge ingrediënten en kneed het geheel met je handen.
  • Vorm een langwerpige worst met je handen en leg de worst op het bakpapier.
  • Bak gedurende 20 à 25 min tot deze goudbruin kleurt.
  • Laat bijna volledig afkoelen (hij mag nog wat lauw zijn). En snij in plakjes.
  • Leg de plakjes opnieuw op de met bakpapier beklede bakplaat en bak nogmaals +/-12 min op 180°C zodat de koekjes lekker knapperig worden.

Energiewaarde = 76 kcal per portie

3 g minder suiker per portie (t.o.v. de gesuikerde versie) 

Download het recept hier!

Ga voor meer balans met Simply Morane

Mijn naam is Morane. Ik ben al meer dan 5 jaar diëtiste en werk ook dit jaar weer samen met het platform Zoetstoffen.eu. Daar ben ik superblij om! Ik geef jullie graag wat meer informatie over dit onderwerp en ook alvast een paar handige tips voor in de keuken.

Lees meer

Chocolade-hazelnoten smeerpasta

Met veel plezier presenteren we jullie Yasmine @tartesyaya! Onze nieuwe foodie bereide een alternatief voor traditioneel hazelnootpasta (chocopasta). Zonder toevoeging van olie, noch suiker! Een prima keuze voor diabetici en alle personen die hun inname van toegevoegde suiker willen beperken. Het is trouwens ook lactosevrij en glutenvrij. Heel eenvoudig te maken en om je vingers van af te likken, wat wil je nog meer?

Lees meer

Is aspartaam gevaarlijk?

Er bestaan veel alarmerende boodschappen die aspartaam in een slecht daglicht zetten. Maar is aspartaam gevaarlijk? In werkelijkheid is het een van de meest onderzochte ingrediënten uit ons voedsel. De veiligheid ervan wordt bevestigd door bevoegde Europese autoriteiten, zoals de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA).

Lees meer

Zoetstoffen en diabetes: aanbevelingen voor diabetici

Suikers vervangen door laagcalorische zoetstoffen kan voordelig zijn voor personen met diabetes en personen die risico lopen op diabetes. Zo staat in de Europese voedingsaanbevelingen voor diabetici. Zoetstoffen zijn dus niet gevaarlijk voor diabetici! Welke zoetstoffen kies je best? Meer over zoetstoffen en diabetes in dit artikel.

Een half miljard diabetespatiënten…

Wereldwijd stijgt de prevalentie van diabetes. Naar schatting kampt 537 miljoen volwassenen tussen 20 en 79 jaar met diabetes, waaronder grotendeels diabetes type 2. Het aantal patiënten zou tegen 2045 oplopen tot 783 miljoen als er de komende jaren niets verandert. Er moet dus meer dan ooit preventief gewerkt worden! Daarnaast kan men complicaties voorkomen door de ziekte doeltreffend te behandelen, vooral bij een vroege diagnose. Een aanpassing van de levensstijl, met betere voeding en meer lichaamsbeweging, kan helpen om de ziekte beter onder controle te houden. In die context kunnen zoetstoffen een oplossing bieden voor mensen met diabetes.

Laagcalorische zoetstoffen voordelig voor diabetici

Het voedingspatroon heeft een impact op het verloop van diabetes. Bij de diagnose mag voedingsadvies dan ook niet ontbreken. Het Europese voedingsadvies voor mensen met diabetes werd in 2023 herzien door de Diabetes and Nutrition Study Group (DNSG) van de European Association for the Study of Diabetes (EASD). Zij analyseerden hiervoor het bestaande wetenschappelijk onderzoek, ook wat betreft het gebruik van laagcalorische of intensieve zoetstoffen door diabetici. Wat staat er in dit advies betreffende suikers, zoetstoffen en diabetes?

  1. De inname van toegevoegde suikers zou beperkt moeten worden tot maximum 10% van de totale energie-inname bij personen met diabetes, zo staat in het advies. Deze maximumwaarde komt overeen met het Belgische voedingsadvies voor de volwassen bevolking. Een voorbeeld: iemand met een dagelijkse gemiddelde energiebehoefte van 2000 kcal zou maximum 50 g toegevoegde suikers per dag mogen innemen. 
  1. Om de inname van toegevoegde suikers te beperken kunnen laagcalorische zoetstoffen worden ingezet. Het overschakelen van suikers naar laagcalorische zoetstoffen heeft een voordelig effect bij personen met diabetes, waardoor deze zoetstoffen in het voedingsadvies voor diabetici werdenopgenomen, alsook dranken gezoet met laagcalorische zoetstoffen. Deze laatste hebben een voordelig effect wanneer ze gesuikerde dranken vervangen.

Zoetstoffen en diabetes: het advies 

  • Toegevoegde suikers mogen max. 10% van de totale energie-inname vertegenwoordigen.
  • Laagcalorische zoetstoffen kunnen gebruikt worden in voeding en dranken ter vervanging van suikers.

Dit advies werd gebaseerd op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek (systematische reviews en meta-analyses). Het advies van EASD bespreekt ook het effect van dranken met laagcalorische zoetstoffen, ter vervanging van suikerbevattende dranken op de gezondheid van diabetici. Bij personen met diabetes zorgen deze dranken (die suikerrijke dranken vervangen) voor een daling van:

het lichaamsgewicht en de cardiometabole risicofactoren.  Het kiezen voor dranken met laagcalorische zoetstoffen wordt ook geassocieerd met een daling van het risico op obesitas en op hart- en vaatproblemen.

Ons e-book zet 5 opvattingen over zoetstoffen en diabetes op een rijtje. Bovendien bevat het e-book een heleboel praktische adviezen en tips om beter te begrijpen hoe zoetstoffen kunnen helpen om het gewicht en de bloedsuikerspiegel onder controle te houden.

Zoetstoffen en diabetes: 5 redenen om suikers te vervangen  

Laagcalorische zoetstoffen zorgen voor een zoete smaak, maar leiden bij diabetici noch bij gezonde personen tot een stijging van de bloedsuikerspiegel. Bovendien concludeerde de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) in 2011: “De consumptie van voeding/drank die zoetstoffen in plaats van suiker bevat, leidt na consumptie tot een lagere bloedglucosestijging in vergelijking met suikerhoudende voeding/drank.” Door laagcalorische zoetstoffen te gebruiken in plaats van suiker kan men de totale hoeveelheid koolhydraten van een maaltijd beperken. Wanneer ze in het kader van gewichtsverlies of ‑behoud gebruikt worden ter vervanging van suiker, kunnen laagcalorische zoetstoffen bovendien de totale energie-inname beperken.

Lees hier onze tips over diabetes en ontdek onze vele heerlijke recepten met minder suiker!

Zoetstoffen worden voor verschillende doeleinden gebruikt in voedingsmiddelen en voor de bereiding van gerechten, zowel voor personen die in het algemeen minder suikers willen eten, als personen met diabetes. Er zijn 5 belangrijke redenen waarom diabetici laagcalorische zoetstoffen zoals stevia en aspartaam gebruiken:

  1. Ze helpen de totale suikerconsumptie te verminderen.
  2. Ze hebben geen invloed op de bloedsuikerspiegel.
  3. Ze leveren slechts weinig of geen calorieën en helpen je energieconsumptie te beperken.
  4. Ze kunnen een waardevolle hulp blijken bij het onder controle houden van je gewicht.
  5. Ze vormen ook op smaakgebied een alternatief voor suiker.

Meer informatie over dit onderwerp en de invloed van laagcalorische zoetstoffen vind je in het oorspronkelijke artikel van de International Sweeteners Association ! 

Welke zoetstoffen kiezen voor diabetici? 

Er bestaan veel verschillende zoetstoffen op de markt, maar welke zoetstoffen zijn er voor diabetici? Alle laagcalorische of intensieve zoetstoffen zijn goed voor personen met diabetes. Ze geven een zoete smaak aan gerechten en bereidingen ter vervanging van toegevoegde suiker. Ook voedingsmiddelen die deze zoetstoffen bevatten kunnen interessant zijn, zoals de met zoetstof gezoete dranken. Voorbeelden van intensieve zoetstoffen:

Door er heel weinig van te gebruiken bekom je dezelfde zoete smaak als wanneer je suiker gebruikt. Hun calorische waarde is verwaarloosbaar en ze hebben geen effect op de bloedsuikerspiegel. Daarom zijn ze geschikt voor personen met diabetes..  

Opheldering van fake news rond voeding en diabetes in dit artikel!

Zijn zoetstoffen gevaarlijk in geval van diabetes?  

Nee, zoetstoffen zijn niet schadelijk voor diabetici. Heel wat mensen maken zich onterecht zorgen. Zoetstoffen verdienen namelijk een plaats in het voedingspatroon van diabetici. Beter nog: ze kunnen de patiënt helpen bij het beheren van de aandoening, daarom worden ze opgenomen in de voedingsaanbevelingen voor patiënten met diabetes.

Wetenschappelijk onderzoek wijst telkens opnieuw naar de voordelen en de veiligheid van zoetstoffen. De inname van zoetstoffen is veilig, zolang je niet meer eet dan de Aanvaardbare Dagelijkse Inname. Wist je dat de Belg gemiddeld ver onder deze bovengrens blijft? Lees er hier meer over.

Heb je twijfels over je zoetstofconsumptie? Doe dan nu de test!

Ref. : The Diabetes and Nutrition Study Group (DNSG) of the European Association for the Study of Diabetes (EASD), Diabetologia, Evidence-based European recommendations for the dietary management of diabetes (2023).  

Is aspartaam gevaarlijk?

Er bestaan veel alarmerende boodschappen die aspartaam in een slecht daglicht zetten. Maar is aspartaam gevaarlijk? In werkelijkheid is het een van de meest onderzochte ingrediënten uit ons voedsel. De veiligheid ervan wordt bevestigd door bevoegde Europese autoriteiten, zoals de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA).

Lees meer

Citroensorbet met “berkensuiker”

Onze foodblogger @simply.morane stelt ons een verfrissend recept voor, een must voor de zomer: citroensorbet met “berkensuiker” of xylitol. Het is een recept om van te smullen en heel eenvoudig te maken, met slechts 3 ingrediënten!

Lees meer

Vegan cheesecake met abrikozen

Een echte cheesecake maken zonder melkproducten? Het kan, kijk maar eens naar dit fantastische recept van Yasmine van @tartesyaya. Wat kan je verwachten als eindresultaat? Een smeuïge, romige vegan cheesecake met een frisse toets van abrikozen! Zo kan je deze zomer heerlijk genieten, 100% plantaardig en zonder toevoeging van suiker.

Benodigdheden

  • Ronde springvorm van +/- 18 cm diameter 
  • Bakpapier  
  • Hakmolentje of kleine blender 

Ingrediënten (voor 12 personen) 

Voor de bodem 

  • 150 g pecannoten 
  • 30 g erythritol
  • 40 g margarine om te bakken (plantaardig) 

Voor de vulling

  • 400 g plantaardig alternatief voor roomkaas 
  • 250 g plantaardig alternatief voor yoghurt met kokossmaak 
  • 30 g maïzena 
  • 120 g erythritol  
  • 1 tl vanille-extract 
  • 1 el zeste van appelsien 

Voor de abrikozencompote  

  • 200 g abrikozen
  • 1 el maïzena  

Bevat erythritol calorieën?

Bereiding 

Voor de bodem

  • Vet een springvorm in met een likje margarine. Snij het bakpapier uit, in de grootte van de bodem van de springvorm. Leg het bakpapier op de bodem zodat het blijft “kleven”. Snij ook stroken uit, die je tegen de rechtopstaande randen “kleeft”. Dat zorgt ervoor dat de cheesecake er straks mooi uitkomt.  
  • Hak de pecannoten met een hakmolentje tot grof meel. Stort deze in een mengkom en doe er de erythritol erbij.  
  • Smelt de margarine op 600 W in de magnetron (gedurende 50 seconden). En giet dit over de pecannoten. Meng met een lepel en stort het geheel in de springvorm. Druk de bodem goed aan met de achterkant van de lepel.  
  • Verwarm de oven voor op 160°C.  

Voor de vulling 

  • Doe het plantaardig alternatief voor roomkaas samen met het plantaardig alternatief voor yoghurt (kokossmaak) in een mengkom en mix. Voeg er de maïzena aan toe en mix verder. Doe er ook de erythritol, het vanille-extract en de appelsienzeste bij. Mix opnieuw tot een glad beslag.  
  • Giet het beslag over de pecannotenbodem en strijk glad met de achterkant van de lepel. 
  • Bak de cheesecake gedurende +/- 50 min in de oven tot de bovenkant goudbruin kleurt.  
  • Laat het afkoelen alvorens er de zijkanten van de springvorm af te halen. Zet de cheesecake in de koelkast zodat de taart verder kan opstijven (minstens 6 uur alvorens te serveren).  

Voor de abrikozencompote 

  • Schil de abrikozen en snij ze in partjes. Doe deze in een steelpannetje samen met 2 el water.  
  • Warm het geheel op en roer nu en dan met een houten lepel, zodat de abrikozen niet aanbakken. Doe er de maïzena bij en blijf roeren. De abrikozen zullen stilaan beginnen te ‘smelten’.  
  • Breng het geheel over in een hakmolentje en maal fijn. Doe de abrikozencompote opnieuw in het steelpannetje en laat even pruttelen totdat het is ingedikt.  
  • Laat afkoelen en werk er de bovenkant van de cheesecake mee af. Bewaar in de koelkast.  

Energiewaarde = 232 kcal per portie

12.5 g minder suiker (t.o.v. de gesuikerde versie) 

Download het recept hier!

Vegan & glutenvrije cookies

Zin om te genieten van iets heerlijk zoet zonder suiker te gebruiken, en tegelijkertijd extra vezels, magnesium en vitamine E toe te voegen? Laat je dan verleiden door deze vegan cookies met chocolade, een eenvoudig glutenvrij receptje van foodblogger Sophie Charlier (van Tomate-Cerise).

Lees meer

Vragen over diabetes? Is een gezond gewicht een uitdaging? Of gewoon op zoek naar inspiratie om minder suiker te consumeren?