DOE DE TEST!

Citroensorbet met “berkensuiker”

Onze foodblogger @simply.morane stelt ons een verfrissend recept voor, een must voor de zomer: citroensorbet met “berkensuiker” of xylitol. Het is een recept om van te smullen en heel eenvoudig te maken, met slechts 3 ingrediënten!

Ingrediënten (voor 400 ml of 14 bollen)

  • het sap van 3 bio citroenen + zeste van 1 citroen
  • 160 g “berkensuiker” of xylitol
  • 400 ml water

Wat is xylitol ook berkensuiker genoemd?


Bereiding

  • Schil wat zeste van 1 citroen en pers vervolgens de 3 citroenen uit. Voeg de berkensuiker en het water toe en meng goed.
  • Giet het koude mengsel in de ijsmachine.
  • Laat de ijsmachine +/- 30 minuten draaien op “sorbet” stand. Giet nadien de sorbet in een kom en zet het in de diepvries gedurende 30 minuten tot 1 uur.
  • Smakelijk

Energiewaarde = 29 kcal per bol

11 minder suiker (t.o.v. de gesuikerde versie) 

Donwload het recept hier!

Ricotta lemon pancakes met aardbeien

Vier de lente met deze overheerlijke luchtige ricotta lemon pancakes met aardbeien, voorgesteld door Ellen van Kokerellen. De ricotta maakt de pannenkoeken heerlijk zacht en geeft een smeuïge boterige smaak die perfect combineert met de citroenzeste en de gemarineerde aardbeien.

Lees meer

Alles wat u moet weten over polyolen

Polyolen zijn zogenaamde vul- of bulkzoetstoffen. Ze worden industrieel aangemaakt, maar zijn in kleine hoeveelheden ook van nature aanwezig in diverse fruit- en groentesoorten, zoals lijsterbessen of champignons. Hun zoetkracht bedraagt 0,4 tot 1 keer die van gewone suiker of sacharose. Ze leveren calorieën, maar weet je waarom?

Lees meer

Chocolade-hazelnoten smeerpasta

Met veel plezier presenteren we jullie Yasmine @tartesyaya! Onze nieuwe foodie bereide een alternatief voor traditioneel hazelnootpasta (chocopasta). Zonder toevoeging van olie, noch suiker! Een prima keuze voor diabetici en alle personen die hun inname van toegevoegde suiker willen beperken. Het is trouwens ook lactosevrij en glutenvrij. Heel eenvoudig te maken en om je vingers van af te likken, wat wil je nog meer?

Yasmine komt ons team foodies versterken op het platform zoetstoffen.eu. Yasmine is mama van twee kinderen waaronder een jongetje met diabetes type 1. Haar voorliefde voor patisserie en haar unieke kookskills zet ze nu in om recepten te ontwikkelen voor haar zoontje, diabetici en iedereen die graag blijft smullen met minder suikers. Het hele team heet haar welkom en kijkt uit naar de vele recepten die zullen volgen. Ontdek hier haar versie van de choco-hazelnoten smeerpasta!

Benodigdheden 

  • Hakmolentje of kleine blender 
  • Bokaal die je kan afsluiten (of oude confituurpot) 

Ingrediënten  

Voor 180 g of 7 porties van 2 kl.

  • 50 g (geroosterde) hazelnoten zonder vliesje 
  • 50 g (geroosterde) pindanoten zonder vliesje 
  • 5 g ongezoet cacaopoeder 
  • 50 g vloeibare suikervervanger (1 op 1) op basis van erythritol 
  • 25 g ongezoete amandelmelk 
  • 1 tl vanille-extract 
  • Een snufje zout 

Mag ik als diabetespatiënt een dessert eten?

Bereiding

  1. Doe zowel de hazelnoten als de pindanoten in het hakmolentje en vermaal ze fijn. Blijf mixen tot een gladde pasta. De vetten moeten uit de noten komen dus mix zeker lang genoeg tot de pasta begint te ‘glimmen’.  
  2. Voeg er vervolgens het cacaopoeder en de vloeibare suikervervanger aan toe. Mix kort tot de ingrediënten zijn opgenomen.
  3. Doe er als laatste de amandelmelk, het vanille-extract en het zout bij. Mix opnieuw kort tot een mooie, egale, smeerpasta.  
  4. Bewaar tot 10 dagen in de koelkast in een afgesloten potje of bokaal. 

Wist je dat?

Elke portie (2 koffielepels) van deze chocolade-hazelnoten smeerpasta bevat 7,5 g vetten, dat is ook waarom de energiewaarde van de smeerpasta niet te verwaarlozen is. De vetten komen echter uit de hazelnoten en pindanoten in het recept, ingrediënten die een plaats verdienen in een gezond en evenwichtig voedingspatroon en die grotendeels onverzadigde vetten leveren (ook “goede vetten” genoemd). Wist je trouwens dat een portie van deze chocolade-hazelnoten smeerpasta slechts 0,9 g suikers levert en geen toegevoegde suikers telt?

Energiewaarde = 93 kcal per portie

7 g minder suiker (t.o.v. de gesuikerde versie) 

Download het recept hier!

Meer weten over Yasmine!

Chocoladecake met rode biet

Onze culinaire blogster Marta Majewska – The Luscious Joys of Princess Misia! – pakt uit met een heel bijzonder gebak! In deze cake zit namelijk geen suiker, maar wel rode biet die voor een zoete, zachte toets zorgt. Zo hoef je niet te veel vetstof toe te voegen, en ben je toch verzekerd van een hemelse smaak.

Lees meer

De WHO publiceert een rapport over zoetstoffen

De Wereldgezondheids-organisatie (WHO) heeft zijn rapport uitgebracht met voedingsrichtlijnen voor zoetstoffen, in het kader van de obesitasproblematiek. Volgens de instantie zijn zoetstoffen niet de oplossing.

De overmatige consumptie van suikers speelt een rol bij overgewicht en obesitas, die wereldwijd 40% van de volwassen bevolking treffen. Sinds de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organisation, WHO) van 2015 wordt aangeraden de consumptie van vrije suikers te beperken.

Zoetstoffen worden doorgaans gebruikt om de vrije suikers in voedingsmiddelen te verlagen zonder in te boeten op de zoete smaak. Hierdoor dragen zoetstoffen bij tot een lagere calorie-inname. Dit kan een hulpmiddel zijn – zoals vele onderzoeken hebben aangetoond – om gewichtscontrole te bevorderen. Maar zijn deze zoetstoffen op lange termijn een oplossing in de strijd tegen obesitas?

Dat is net wat experten van de Nutrition Guidance Expert Advisory Group (NUGAG) van de WHO wilden aantonen. Deze groep voorziet de staten van aanbevelingen voor het opstellen van hun voedingsbeleid. Het rapport concludeert dat er op dit moment geen overtuigend bewijs is ten voordele van zoetstoffen, als hefboom in de strijd tegen obesitas, op lange termijn, noch ter preventie van niet-overdraagbare ziekten.

Lees ook: Wat zijn vrije suikers?

Obesitas, een multifactoriële aandoening

Met andere woorden, de instantie adviseert om niet te rekenen op zoetstoffen in de strijd tegen obesitas, die wereldwijd blijft toenemen. Obesitas wordt erkend als een multifactoriële ziekte:

  • Geen enkel voedingsmiddel of ingrediënt kan op zichzelf beschouwd worden als oorzaak van obesitas.
  • Tevens kan geen enkel voedingsmiddel of ingrediënt op zichzelf een magische oplossing bieden in de strijd tegen de ziekte, ook niet de laagcalorische zoetstoffen.

Van belang is dat het rapport van de WHO niet gericht is naar personen met diabetes, bij wie laagcalorische zoetstoffen nuttig kunnen zijn voor de controle van de glycemie.

Lees ook: Obesitas, gezonder eten om het te voorkomen.

Laagcalorische zoetstoffen zijn veilig

Het doel van het rapport van de WHO is ook niet om de veiligheid te evalueren van laagcalorische zoetstoffen. Dat is inderdaad de taak van instanties zoals de Joint Expert Committee on Food Additives van de FAO/WHO (JECFA), of nog, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) voor de Europese Unie. Een zoetstof wordt enkel goedgekeurd voor gebruik in voedingsmiddelen wanneer de veiligheid gegarandeerd is. Om deze veiligheid te verzekeren bepaalt de EFSA voor elke zoetstof de dagelijkse hoeveelheid die levenslang ingenomen mag worden (dit wordt de ADI of Aanvaardbare Dagelijkse Inname genoemd). Daarnaast geeft de instantie ook aan in welke voedingsmiddelen en in welke hoeveelheden de zoetstof mag gebruikt worden.

Doe hier de zoetstoffentest om na te gaan of jouw inname van zoetstoffen veilig is.

Experten over het rapport: enige nuance is  nodig

In het VRT nieuws gaven drie experten commentaar op het rapport van de WHO. Ze bevestigen dat zoetstoffen geen wondermiddel zijn. Wanneer het om niet-overdraagbare ziekten gaat, zoals obesitas en hart- en vaatziekten, zijn de hele levensstijl en het voedingspatroon van belang. Het is niet enkel met een beperking van de suikerinname dat we deze aandoeningen oplossen

 “We eten al jarenlang te veel suikers. Zoetstoffen werden uitgevonden om deze overtollige suikerinname te helpen beperken. Vandaag weten we dat ze veilig zijn, maar dat ze niet altijd leiden tot een gezonder eetgedrag. Daardoor kunnen bepaalde aandoeningen nog steeds ontwikkeld worden.” Michaël Sels, hoofddiëtist UZA).

Daarnaast wijzen de experten ook op het gedrag van de mens wanneer zij voedingsmiddelen met zoetstoffen gaan gebruiken. Zoetstoffen kunnen bijdragen tot een verlaagde calorie-inname. Soms gaan consumenten de verlaagde inname van suikers en calorieën compenseren. Dit doen ze door meer van het product te eten of door er andere suikerrijke of vetrijke producten bij te nemen. Deze overconsumptie doet het effect van de zoetstoffen teniet.

“Er is geen rechtlijnig verband tussen het gebruik van suikervervangers en gezondheidsrisico’s. We moeten ook rekening houden met andere factoren zoals erfelijkheid, fysieke activiteit, rookgedrag en de inname van andere voedingsmiddelen.” Evelyne Mertens, voedingsexpert KU Leuven

Het risico op overgewicht zal op lange termijn niet verminderd worden wanneer enkel suikerrijke producten vervangen worden door hun suikervrije alternatieven. Het  hele voedingsgedrag moet daarom aangepast worden.

 “Om te vermageren moet je minder calorieën innemen. Dat kan niet door enkel over te schakelen op zoetstoffen en niets te veranderen aan je voedingspatroon.” Patrick Mullie, voedingsexpert VUB

Resultaten volgens het type onderzoek

De website “Gezondheid en wetenschap”, die regelmatig informatie analyseert die in de media wordt gepubliceerd, heeft ook het WHO-rapport onder de loep genomen. Wat wordt er gezegd?

  • de aanbeveling zou “voorwaardelijk” zijn, d.w.z. de bewijzen voor het beperken van caloriearme zoetstoffen zijn niet sluitend.
  • als observationele studies het nut van zoetstoffen niet aantonen, tonen interventiestudies – die wetenschappelijk gezien zwaarder wegen – over het algemeen een gunstig effect van zoetstoffen wanneer ze suiker vervangen.

De website verduidelijkt verder dat mensen die kunstmatige zoetstoffen consumeren over het algemeen meer eten en meer drang hebben naar zoetigheden. Er wordt geconcludeerd dat kunstmatige zoetstoffen niet worden afgeraden omdat ze schadelijk zijn, maar omdat het gebruik ervan niet leidt tot gewichtsverlies.

Lees ook: Interventiestudies en observationele studies, wat is het verschil?

HIER vind je het advies van ISA (International Sweeteners Organisatie) in verband met het rapport van de WHO.

Referentie :

Use of non-sugar sweeteners: WHO Guideline. 2023. ISBN 978-92-4-007361-6 (electronic version)

Is aspartaam gevaarlijk?

Er bestaan veel alarmerende boodschappen die aspartaam in een slecht daglicht zetten. Maar is aspartaam gevaarlijk? In werkelijkheid is het een van de meest onderzochte ingrediënten uit ons voedsel. De veiligheid ervan wordt bevestigd door bevoegde Europese autoriteiten, zoals de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA).

De “gevaren” van aspartaam

Op het internet vind je gigantische hoeveelheden informatie over de gezondheid. Dat is logisch aangezien de gezondheid deel uitmaakt van de meest gezochte informatie op het web. In dit domein zijn pseudowetenschappelijke informaties en fake news echter massaal aanwezig, zowel op het web als op sociale media. Ook over laagcalorische zoetstoffen, waaronder aspartaam, vind je alle mogelijke beweringen. Van hoofdpijn tot neusbloedingen, van diabetes tot hersentumoren… er zijn ontelbaar veel beweringen rond aspartaam die niet gestaafd werden in wetenschappelijk onderzoek. Is aspartaam gevaarlijk? Nee, de veiligheid van aspartaam wordt unaniem erkend door bevoegdheden, zolang de ingenomen hoeveelheid onder de ADI blijft, dat spreekt voor zich (meer informatie over de ADI of Aanvaardbare Dagelijkse inname hieronder).

Eet ik producten met aspartaam? Is mijn inname aspartaam veilig? Ga het na met de zoetstoffencheck

Kan aspartaam kanker triggeren?

Dat is wat sommige kopstukken uit de pers beweren, en vooral eind juni 2023. Het is echter een pseudowetenschappelijke extrapolatie omdat het Internationale agentschap voor het onderzoek naar kanker (International Agency for Research on Cancer – IARC) aspartaam rangschikt in de groep substanties “mogelijk kankerverwekkend voor de mens”, op hetzelfde niveau als aloë vera, of nog, gepekelde groenten.

Een substantie kan een gevaar vormen (kankerverwekkend), maar wat belangrijk is, is het reële risico dat het voorstelt, en dat is afhankelijk van de blootstelling aan dit gevaar. Zo is het gevaar voor voetgangers om aangereden te worden door een auto dodelijk, maar het gelopen risico is afhankelijk van meerdere factoren (zoals de verkeersdrukte, het al dan niet gebruiken van het zebrapad bij het oversteken…).

Voor aspartaam is dat net zo! Een substantie kan beschouwd worden als vermoedelijk kankerverwekkend in hoge hoeveelheden, maar geen risico met zich meebrengen in duidelijk uitgewerkte gebruiksvoorwaarden, zo geldt voor aspartaam. Kort na de lek rond de nieuwe rangschikking van het IARC, werd de veiligheid van aspartaam trouwens nogmaals bevestigd door de JECFA (Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives).

Meer over aspartaam

Voor wie is aspartaam gevaarlijk?

Enkel voor mensen met een zeldzame metabole ziekte, namelijk fenylketonurie, is aspartaam gevaarlijk. Personen met deze ziekte kunnen het aminozuur fenylalanine niet goed regelen. Het aminozuur wordt daardoor opgestapeld in het bloed tot toxische hoeveelheden voor de hersenen en het zenuwstelsel. Fenylalanine komt voor in eiwitten uit onze voeding (vlees, vis, eieren, melkproducten, peulvruchten…) alsook in aspartaam. De inname van fenylalanine moet in deze zeldzame situatie beperkt worden waardoor aspartaam in dit specifieke geval vermeden moet worden.

Aspartaam: wat zijn de gevaren van methanol?

In het organisme, het lichaam, wordt aspartaam omgezet tot 3 componenten: asparaginezuur, fenylalanine en methanol. Deze drie bestanddelen zijn van nature aanwezig in een standaard voedingspatroon zonder producten met aspartaam. Methanol wordt beschuldigd blindheid te veroorzaken, dat komt omdat het vanaf een bepaalde hoeveelheid toxisch is voor, onder andere, de optische zenuw (of oogzenuw). Maar het gezegde “de dosis maakt het vergif” wordt bevestigd door de wetenschap. Zelfs water kan in overmaat gevaarlijk worden. Methanol wordt door het lichaam aangemaakt in zeer kleine hoeveelheden bij de inname van voedingsmiddelen zoals groenten en fruit, die allesbehalve slecht zijn voor de gezondheid! Ter vergelijking, 1 glas lightfrisdrank gezoet met aspartaam in plaats van suiker, zal 6 keer minder methanol aanleveren dan een glas tomatensap.

Meer hierover: wat wordt aspartaam in ons lichaam?

Hoe werd de veiligheid van aspartaam nagegaan?

De veiligheid van deze zoetstof werd in de afgelopen 40 jaar aangetoond in honderden onderzoeken. Internationale instanties, zoals de Joint Expert Committee on Food Additives van de FAO/WHO (JECFA), hebben het bestaande onderzoek rond aspartaam geëvalueerd en veilig verklaard. In Europa is het de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) die de voedingsadditieven bestudeert en evalueert, waartoe de laagcalorische zoetstoffen behoren. Het principe is eenvoudig: in de Europese Unie worden op de markt enkel additieven toegelaten die veilig werden verklaard, na evaluatie van het bestaande onderzoek door onafhankelijke instanties en autoriteiten. Deze additieven zijn herkenbaar dankzij hun Europese code met de letter “E” gevolgd door 3 of 4 cijfers. Aspartaam draagt het nummer E951.

Welke hoeveelheid aspartaam is veilig?

Voor additieven wordt de Aanvaardbare Dagelijkse inname (ADI) vastgelegd. Dit is de hoeveelheid van het additief in kwestie dat je in alle veiligheid dagelijks gedurende je hele leven mag innemen. Voor aspartaam wordt deze ADI sinds lange tijd vastgelegd op 40 mg per kilogram lichaamsgewicht en per dag. Hoewel deze zoetstof al decennialang geëvalueerd werd door autoriteiten, vond in 2013 een volledige herevaluatie plaats. Hierbij ging de EFSA na of er een aanpassing nodig was van de ADI, met gegevens uit recenter onderzoek. Er werd niets aangepast, in het finale advies van de EFSA wordt er nogmaals bevestigd dat aspartaam veilig is voor menselijke consumptie, en blijft de ADI onveranderd.

Wat zijn de voorwaarden voor een zoetstof om op de markt te komen?

Leidt aspartaam tot gewichtstoename, overgewicht of obesitas?

Sommige informatiebronnen associëren aspartaam met overgewicht of obesitas. Indien er naar de consumptie lightfrisdranken wordt gekeken en de inname van laagcalorische zoetstoffen (waaronder aspartaam), zien we dat deze hoger is bij personen met obesitas in vergelijking met personen die een gezond gewicht hebben. Dit wordt verkeerdelijk als bewijs gebruikt om aan te geven dat lightfrisdranken en/of zoetstoffen zoals aspartaam gewichtstoename in de hand werken.

In werkelijkheid is het causale verband net omgekeerd: er zijn meer personen met obesitas dan mensen met een gezond gewicht die hun calorie-inname willen beperken, waaronder de inname van suiker. Daarom gaan zij vaker dranken met suiker vervangen door hun lightvarianten zonder suiker en andere producten eten waarin suiker werd vervangen door laagcalorische zoetstoffen.

5 mythes rond lightdranken

Is aspartaam nuttig in geval van overgewicht en obesitas?

Dankzij laagcalorische zoetstoffen zoals aspartaam kan de calorie-inname beperkt worden, wanneer de zoetstof suiker vervangt in producten. Hierdoor spelen ze een rol in de strijd tegen overgewicht en obesitas. Vandaag kamt meer dan 1 volwassen persoon op 2 met overgewicht. Overgewicht en obesitas vormen dus een aanzienlijk gezondheidsprobleem. Daarbij neemt ook de prevalentie van diabetes type 2 (suikerziekte) zeer snel toe. Overgewicht en obesitas hebben een sleutelrol in de ontwikkeling van deze ziekte, aangezien ze het risico op diabetes verhogen.

Het gebruik van aspartaam en andere laagcalorische zoetstoffen kan zowel nuttig zijn voor mensen die al overgewicht hebben, in het kader van gewichtsverlies, alsook om gewichtstoename te voorkomen wanneer het suiker vervangt in recepten en producten. Het kan dus ook helpen om bepaalde bijhorende complicaties van een te hoog gewicht te vermijden. De zoetstof heeft geen invloed op de insulinewaarden, noch de glucosewaarden (glycemie) in het bloed. Hun calorieaanbreng is zeer gering of nul.

Alle informatie rond aspartaam of E951u E 951

Bron : EFSA Journal. Scientific Opinion on the re-evaluation of aspartame (E 951) as a food additive, 10 December 2013.

Ricotta lemon pancakes met aardbeien

Vier de lente met deze overheerlijke luchtige ricotta lemon pancakes met aardbeien, voorgesteld door Ellen van Kokerellen. De ricotta maakt de pannenkoeken heerlijk zacht en geeft een smeuïge boterige smaak die perfect combineert met de citroenzeste en de gemarineerde aardbeien.

Ingrediënten (voor 6 personen of ongeveer 30 pannenkoeken)

  • 220 g zelfrijzende bloem
  • 1/2de theelepel bicarbonaat
  • 50 g zoetstof op basis van sucralose (1-1)
  • 2 eieren
  • 200 g ricotta
  • 250 ml melk
  • 1 citroen

Voor de aardbeien: :

  • 400 g aardbeien
  • 2 eetlepels zoetstof op basis van sucralose

Hoeveel suiker mag ik eten?

Bereiding:

  • Neem een grote kom en meng de zelfrijzende bloem met het bicarbonaat en de zoetstof op basis van sucralose.
  • Neem een kleine kom en klop de eieren los. Voeg de melk en ricotta toe en meng goed.
  • Was en zest de citroen. Pers de citroen vervolgens uit. Voeg het sap en het meeste van de citroenzeste bij het ricottamengsel. Hou een beetje apart voor bij de aardbeien.
  • Maak een gaatje in het midden van de bloem en giet het ricottamengsel erin. Meng voorzichtig met een garde, er mogen nog wat kleine klontertjes in het deeg zitten.
  • Voor de aardbeien: Was de aardbeien, verwijder het kroontje en snij in vier. Voeg de zoetstof op basis van sucralose toe en de rest van de citroenzeste. Schep om en laat marineren op kamertemperatuur.
  • Bak de pannenkoekjes in een pan met een klontje boter of een scheutje olie. Bak ze goudbruin en luchtig voor zo’n 2 minuten aan de eerste kant en 1 minuutje aan de andere kant. Wacht met het draaien van de pannenkoeken tot de randjes deeg uitgedroogd lijken en er luchtbelletjes bovenop de pannenkoeken verschijnen.
  • Serveer de pannenkoeken meteen met de gemarineerde aardbeien. Smakelijk!

Energiewaarde: 249 kcal per portie

15 g minder suiker (t.o.v. de gesuikerde versie)

Download het recept hier!

Cheesecake met mojitosmaak (zonder alcohol)

Ontdek dit heerlijke recept voor een cheescake met mojitosmaak, met een verlaagd suikergehalte. Het is een creatie van Chloé de Smet, zoetebek en diëtiste. Dit recept is een gezonder alternatief voor de traditionele cheesecake, zonder in te boeten op smaak. Smullen maar!

Ingrediënten (voor 8 personen)

  • 160 g zandkoeken (hier de koeken van Generous vanille zonder gluten)
  • 50 g gesmolten boter
  • 25 cl room (20% V.G.)
  • 1 grote bos munt
  • 3 gelatineblaadjes
  • 400 g verse kaas (type carré frais 0%)
  • 100 g erythritol
  • 3 onbehandelde limoenen

Eythritol: de enige calorievrije massa zoetstof.

Bereiding 

  • Verwarm de over voor op 180°C (thermostaat 6)
  • Mix of plet de koekjes grof en meng ze met de gesmolten boter
  • Verdeel dit deeg over de bodem van een ronde bakvorm (18 cm). Bak het 10 minuten in de oven, haal het vervolgens uit de oven en laat afkoelen.
  • Pluk de muntblaadjes, houd er enkele aan de kant ter versiering en versnipper de rest.
  • Breng de room in een sauspan aan de kook. Voeg de munt toe en zet het vuur uit. Laat dit 30 minuten tot een uur trekken.
  • Haal de muntblaadjes uit de room en breng de room opnieuw aan de kook.
  • Laat de gelatine kort weken in koud water. Zet het vuur uit onder de room en voeg de geweekte gelatineblaadjes toe. Roer goed en laat vervolgens afkoelen.
  • Snijd zeste van de limoenen en pers het sap er vervolgens uit.
  • Klop de verse kaas op met behulp van een robot, samen met de erythritol, de room en het sap van de limoenen.
  • Giet het uit in de bakvorm, boven het afgekoelde laagje koekjes. Zet het minstens 3 uur in de koelkast.
  • Haal de cheesecake voorzichtig uit de bakvorm, door eerst de kanten los te maken van de vorm, met behulp van een soepel mes of een dunne spatel.
  • Versier met de zeste van de limoen en enkele muntblaadjes.

Smakelijk. ENJOY!

Energiewaarde: 242 kcal per portie

10 g minder suiker (t.o.v. de gesuikerde versie)

Download het recept hier!

Crème brûlée

Een nieuwe versie van het gegeerde nagerecht: de crème brûlée.

@simply.morane geeft er een twist aan en vervangt de suiker door een zoetstof voor patisserie. Over de bereiding wordt wat zoetstof op basis van tagatose gestrooid, dewelke “gebrand” wordt voor het typische en heerlijke krokant karamellaagje.

Ingrediënten (voor 6 kleine glaasjes)

  • 250 ml room (35%)
  • 150 ml melk
  • 4 eidooiers
  • 40 g zoetstof voor patisserie
  • 1/2 vanillestok of 1 el kwaliteitsvolle vanilla-extract met zaden 
  • een beetje zoetstof op basis van tagatose in poedervorm voor het laagje “karamel” (1 kl per glas)

Kan je noten karamelliseren zonder suiker?

Bereiding

  • Breng de room aan de kook, samen met de vanille (snijf de stok in twee om er de zaadjes uit te halen).
  • Meng de eidooiers samen met de zoetstof in een kom.
  • Giet er geleidelijk aan de warme bereiding over, klop/meng contenu.
  • Giet het in kleine warmtebestendige potjes.
  • Kook dit 50 min tot 1 u “au bain-marie”, in een voorverwarmde oven op 130°C.
  • Laat de bereiding afkoelen en zet het vervolgens in de koelkast gedurende 3 tot 4 u.
  • Haal de potjes opnieuw uit de koelkast, verdeel over elke portie wat poeder op basis van tagatose en “brand” het met behulp van een keukenbrander, totdat het karamelliseert (het kan ook onder de grill “gebrand” worden, hou het dan goed in de gaten).

Energiewaarde: 206 kcal per portie

10,5 g minder suiker (t.o.v. de gesuikerde versie)

Download het recept hier!

Miraculine

Miraculine is een glycoproteïne uit een tropische bes, de zogenaamde ‘mirakelbes’. Deze bes verandert elke zure smaak in een zoete smaak.

Lees meer

Gevarieerd drinken helpt om meer te drinken

Hydratatie is dé belangrijkste basis van een gezond voedingspatroon! Zo wordt het ook weergegeven in de verschillende voedingsmodellen, zoals de Voedingsdriehoek van Gezond Leven. Toch drinken we in België te weinig, al draagt een gevarieerd drankenaanbod zonder suikers bij aan de dagelijkse vochtbehoeften. In deze categorie dranken spelen zoetstoffen een belangrijke rol. Een overzicht.

Het menselijke lichaam bestaat voor 50-70% uit water. Dat is niet zomaar, het vocht heeft belangrijke functies voor je lichaam en je gezondheid. Het regelt onder andere je lichaamstemperatuur. Vandaar de belangrijke plaats dat hydratatie krijgt in de verschillende voedingsmodellen.

Jouw dagelijks vochtverlies? 2 tot 3 liter!

Waarom wordt er aanbevolen om dagelijks 1,5 liter te drinken? Om de vochtverliezen te compenseren! Dagelijks verlies je via verschillende kanalen vocht, en dat loopt op tot verschillende liters per dag. We geven een overzicht:

  • De nieren scheiden ongeveer 1 tot 1,5 liter water uit per dag.
  • Via de stoelgang verliezen we dagelijks 300-350 ml.
  • Daarnaast wordt er nog vocht verloren langs de huid en de ademhaling. Deze verdamping wordt geschat op ongeveer 300 tot 500 ml per m2 lichaamsoppervlakte per dag.

Om de waterbalans in evenwicht te houden hebben we als volwassenen dus gemiddeld nood aan 2 tot 3 liters vocht per dag. De vochtverliezen via verdamping zijn natuurlijk sterk afhankelijk van de weersomstandigheden en de fysieke inspanning die je levert. Sport je op een warme dag, dan verlies je soms wel meerdere liters vocht via je huid.

Om deze verliezen opnieuw aan te vullen, neemt je lichaam water op via je voeding en de dranken die je drinkt. Dagelijks wordt de vochtaanbreng via onze voeding geschat op 1 tot 1,5 liter. Daarnaast moet je dus ook voldoende drinken. De aanbeveling luidt 1,5 liter per dag.

Maak je graag zelf jouw hydraterend drankje? Ontdek de recepten!

De Belg drinkt te weinig, al helpt variatie

Belgen drinken te weinig, zo blijkt uit de laatste voedselconsumptiepeiling van 2014. Minder dan 30% van de bevolking drinkt 1,5 liter per dag. Dit wil zeggen dat meer dan 5 Belgen op 7 dagelijks onvoldoende drinken. Dit percentage varieert sterk in functie van de leeftijdscategorie (zie figuur).

Bij deze hoeveelheden worden alle ongesuikerde en niet-alcoholische dranken meegerekend: mineraalwater, koffie, thee of light frisdranken. Al is water de voorkeursdrank, is het duidelijk dat de variatie aan dranken de hydratatie ten goede komt en daar spelen zoetstoffen een belangrijke rol.

De suikervrije drankencategorie gebruikt vaak zoetstoffen om de gegeerde zoete smaak na te bootsen, zonder toevoeging van suiker. Deze dranken brengen vocht zonder suikers, noch calorieën. Lees hier meer over zoetstoffen in frisdranken.

In 2014 dronk de Belg gemiddeld 1,17 liter water of niet-gesuikerde dranken per dag:

  • Ongeveer 800 ml water
  • Ongeveer 360 ml light frisdranken en warme dranken

Waar horen suikervrije dranken thuis? Wat zeggen de aanbevelingen? Ontdek de infografiek!

De boodschap: hydrateer je dagelijks voldoende en kies bij voorkeur water.

Gelukkig is er reeds een positieve evolutie waarneembaar, tussen 2004 en 2014 daalde het percentage bevolking tussen 15 en 64 jaar dat dagelijks onvoldoende drinkt. Momenteel wordt in België nieuwe gegevens verzameld met hopelijk een nog betere evolutie! Zoetstoffen.eu houdt je op de hoogte! Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Wist je dat de gemiddelde hoeveelheid suiker in frisdranken sinds meerdere jaren afneemt? De diversiteit van het drankenaanbod neemt toe, terwijl de hoeveelheid suiker daalt. Er wordt verwacht dat deze daling ook de volgende jaren zal blijven aanhouden. Dat is onder andere mogelijk dankzij het gebruik van laagcalorische zoetstoffen. Lees er meer over!

Referenties :
  • Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), Voedselconsumptiepeiling, 2014-2015.
  • Hoge Gezondheidsraad (HGR), Voedingsaanbevelingen voor België, 2016.

Winter limonade met mandarijn

Een heerlijke zelfgemaakte limonade smaakt altijd, daar hoeft het heus niet zomers weer voor te zijn. Zeker niet als je er wat kruidige smaken aan toevoegt, zoals bij deze winterse limonade met mandarijn, gember, kaneel en steranijs.

Lees meer

Hoe leidt suiker tot vet?

Suiker wordt – net als alle koolhydraten – verteerd en omgezet in glucose, de enige suiker die in het bloed terechtkomt. Maar waarom en hoe zet suiker zich om in vet? Een woordje uitleg.

Suiker of suikers … Wat is het nu?

Met ‘suiker’ verwijzen we naar een heel specifieke suiker: sacharose of sucrose. Maar er bestaan nog andere suikers: glucose, fructose, lactose … Ze hebben niet allemaal dezelfde zoetkracht (intensiteit van de zoete smaak), maar wel dezelfde energiewaarde, namelijk 4 kcal per gram. Maar waar gaat deze energie uit suikers naartoe? Verschillende trajecten zijn mogelijk. 

Wat worden suikers in het lichaam?

Suikers moeten net als de andere koolhydraten (bv. zetmeel) worden omgezet in enkelvoudige suikers om door de darmwand te kunnen. Na de vertering blijft er dus vooral glucose over, maar ook wat fructose en eventueel galactose als je lactose (melksuiker) hebt gegeten. Fructose en galactose worden vervolgens door de lever omgezet in glucose. Dit is de enige suiker die in het bloed terechtkomt en een belangrijke brandstof voor de spieren en de hersenen. Maar ons lichaam gebruikt die brandstof enkel als het energie nodig heeft … Zo niet, wordt de glucose opgeslagen. 

Lees ook: Een zoete smaak, zin in zoet: wat is het verschil? 

Waarom maakt ons lichaam vet van suiker?

Na de consumptie van koolhydraten (suiker, zetmeelhoudende producten …) stijgt het glucosegehalte in ons bloed. Een klein deeltje van die glucose wordt gebruikt voor onze onmiddellijke behoeften aan energie (we verbruiken 24/24 energie, ook als we slapen!). Ons lichaam benut de grootste hoeveelheden glucose bij fysieke inspanningen. Maar alles wat we niet meteen gebruiken, wordt opgeslagen

Ons lichaam legt twee soorten reserves aan op basis van glucose: 

  1. De suiker wordt omgezet in het meervoudig koolhydraat glycogeen, dat in de lever en de spieren wordt opgeslagen. Dit glycogeen kan snel opnieuw worden omgezet in glucose, bv. bij nachtelijk vasten of bij een fysieke inspanning. 
  2. Suiker wordt in de lever omgezet in vet. Dit vet wordt deels opgeslagen in de lever en in de vetcellen (‘adipocyten’). Deze energiereserve is bijzonder interessant, want ons lichaam kan 9 kcal per 1 gram vet opslaan (tegenover slechts 4 kcal per 1 gram glycogeen). Toch kunnen we deze reserve moeilijker aanspreken dan de energie die in de vorm van glycogeen wordt opgeslagen. 

Het zijn dus niet enkel vetten die bijdragen tot overgewicht en obesitas. Ook de overmatige consumptie van suiker en andere koolhydraten kunnen hierin een rol spelen. 

Lees ook: Emotionele kilo’s: wat zijn het? 

Suiker verhindert het gebruik van vetten

De vetreserves worden enkel aangesproken als er nood aan is. Eerst wordt het glycogeen gebruikt voor de behoeften die overeenkomen met een nachtje slapen of ongeveer 1 uur fysieke activiteit. De vetten volgen pas wanneer de glycogeenreserves sterk geslonken zijn. 

  • Wie aan sport doet om vet te verbranden en gewicht te verliezen, neemt beter geen suiker in (onder welke vorm ook) tijdens deze inspanning. Want zodra we suiker binnenkrijgen (waaronder energie), gaat ons lichaam eerst deze aanspreken in plaats van onze vetreserves. 

Laagcalorische zoetstoffen bevatten weinig tot geen calorieën. Daarom worden ze niet gebruikt als energiebron of omgezet in vet. 

Lees ook: Welke rol spelen zoetstoffen in de sportwereld? 

Ontdek en download onze infografiek!

Açaï bowl & zelfgemaakte granola

Start je dag goed en boordevol energie: deze super “smoothiebowl” met huisgemaakte granola is rijk aan antioxidanten en bevat een minimum aan toegevoegde suikers… een recept van onze foodblogger Everyday Marta!

Lees meer

Hoe veilig zijn laagcalorische zoetstoffen werkelijk?

Laagcalorische zoetstoffen, zoals stevia, sucralose en aspartaam komen in tal van producten voor en je kan er ook zelf mee aan de slag in de keuken. Nochtans bestaat er veel verontrustende berichtgeving over. Wist je dat elke zoetstof gecontroleerd en bestudeerd wordt alvorens op de markt te komen? Een overzicht van het proces.

Zoetstoffen staan sinds meerdere jaren in de schijnwerpers, met zowel voor- als tegenstanders. Zijn ze schadelijk voor de gezondheid? Veroorzaken ze kanker of overgewicht? Het bestaande wetenschappelijke onderzoek toont aan dat deze beweringen niet gestaafd zijn. Laagcalorische zoetstoffen zijn veilig voor gebruik, zolang de Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) niet overschreden wordt. Zoetstoffen verschijnen namelijk niet zomaar in winkelrekken. Het vastleggen van de ADI is een deel van het proces dat hieraan voorgaat.

Alle laagcalorische zoetstoffen op de markt zijn veilig

Elk nieuw voedingsadditief ondergaat een grondig proces alvorens op de markt te komen. Ze worden pas goedgekeurd wanneer er voldoende bewijs is om ze veilig te verklaren. Voor deze goedkeuring worden ze eerst onderworpen aan wetenschappelijk onderzoek. Vervolgens wordt dit onderzoek beoordeeld door onafhankelijke nationale en internationale instanties.

In de Europese Unie gebeurt de wetenschappelijke beoordeling van zoetstoffen door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). De EFSA beoordeelt elke zoetstof op basis van meerdere wetenschappelijke onderzoeken, tot wel honderden studies. Deze moeten aan verschillende kwaliteitsvereisten voldoen en door diverse wetenschappers meermaals kunnen worden herhaald. Dit uitvoerige goedkeuringsproces kan wel meerdere jaren in beslag nemen.

Ook het Gezamenlijk Comité voor Levensmiddelenadditieven (Joint Expert Committee on Food Additives of JECFA) van de Food and Agriculture Organisation of the United Nations (FAO) en de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) bestuderen de verschillende zoetstoffen.

Welke zoetstof kies je best?

Zoetstoffen voor warme bereidingen

Zoetstoffen voor een glanzend effect  

Veiligheid is een kwestie van hoeveelheid

Elk ingrediënt en elke stof, hoe natuurlijk ook, kan gevaarlijk zijn vanaf een bepaalde hoeveelheid. Neem bijvoorbeeld het mineraal ijzer. Ijzer is essentieel voor de gezondheid, toch is het in extreme hoeveelheden toxisch voor het lichaam. Dergelijke toxische hoeveelheden worden echter zelden tot nooit waargenomen, zeker niet met een gevarieerd voedingspatroon. Een persoon van 60 kg zou al meer dan 600 mg ijzer moeten innemen op een dag. Dit komt bijvoorbeeld overeen met 40 kg runderentrecôte op één dag.

Voor alle laagcalorische zoetstoffen is onderzocht welke hoeveelheid we levenslang dagelijks in alle veiligheid kunnen innemen. Dit wordt de Aanvaardbare Dagelijkse Inname of ADI genoemd. Deze bovengrens heeft betrekking tot een levenslange dagelijkse inname, niet over een eenmalige consumptie. Het is een waarde die wereldwijd wordt gebruikt, uitgedrukt in milligram per kilogram lichaamsgewicht. Hoe hoger je lichaamsgewicht, hoe hoger de bovengrens voor een veilige consumptie. Een Belgisch consumptieonderzoek heeft aangetoond dat volwassenen ruimschoots onder de ADI voor zoetstoffen blijven, ook wie vaak lightproducten consumeert1.

Alles over de ADI in onze infografiek! Hier downloaden!

Respecteer jij de ADI? Doe de test!

Zijn er voordelen verbonden aan het gebruik van zoetstoffen?

Men kan zich de vraag stellen waarom laagcalorische zoetstoffen überhaupt gebruikt worden. Het antwoord is eenvoudig: laagcalorische zoetstoffen hebben voordelen voor de gezondheid. Wist je trouwens dat elk additief een bewezen nut moet hebben? Dit maakt deel uit van het bovenvermelde goedkeuringsproces.

Voor laagcalorische zoetstoffen is het voordeel duidelijk: ze hebben een zoete smaak maar bevatten geen suikers. Daarom worden ze vaak gebruikt ter vervanging van (een deel van) suiker, in voedingsmiddelen en in recepten.

  • Zoetstoffen dragen bij aan een gezond lichaamsgewicht
  • Zoetstoffen zijn tandvriendelijk, ze dragen bij aan het behoud van de mineralisatie van de tanden
  • Zoetstoffen hebben geen invloed op de bloedsuikerspiegel of glycemie.  Dit wil zeggen dat ze ook veilig zijn voor personen met diabetes

Soms wordt er gezegd dat natuurlijke zoetstoffen beter zijn dan kunstmatige zoetstoffen, is dat zo?

(1) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), Belgische peiling naar de inname van zoetstoffen, december 2010.

Winterse thee met rooibos

Een heerlijk winters drankje op basis van rooibos (een infusie) die niet bitter wordt maar kruidig, fris en fruitig smaakt. Een hemelse combinatie met appel, appelsien en gember. Een drankje dat zowel warm als koud geserveerd kan worden. Jong en oud zijn er dol op!

Ingrediënten (voor 4 personen) 

  • 1 liter water 
  • 2 zakjes rooibos thee 
  • 1 appel 
  • 1 appelsien  
  • 1 klein teentje gember 
  • 1 kaneelstokje 
  • 1 eetlepel zoetstof op basis van tagatose (ter vervanging van twee eetlepels kristalsuiker) 
  • 1 steranijs, optioneel 
  • 1/2e theelepel vanille-extract of 1/2e vanillepeul 

Wordt tagatose verkregen uit thee of uit lactose ?

Bereiding 

  • Zet een steelpannetje op het vuur en voeg het water toe. 
  • Was de appel, gember en appelsien en snij in schijfjes (de schil mag eraan blijven). 
  • Doe de rooibos thee samen met de appel, gember en appelsien bij het water. Voeg ook de kaneelstok, steranijs en zoetstof op basis van tagatose toe. Breng zachtjes aan de kook.  
  • Kook 5 minuten, verwijder dan de theezakjes. Laat de rest van de thee zachtjes pruttelen voor zo’n extra 10-15 minuten. 
  • Draai het vuur uit en voeg de vanille toe. Roer goed.
  • Haal door een zeef en schenk in glaasjes.  
  • Serveer eventueel met een kaneelstok als roerstaafje en wat fijngesneden appeltjes ter decoratie.  

Energiewaarde: 10 kcal per portie

10 g minder suiker (t.o.v. de gesuikerde versie)

Download het recept hier!

Chai chocolademelk

Voor onze foodie Kokerellen is dit drankje de combinatie van twee van haar favoriete winterse dingen: specerijen en warme chocomelk!

Dankzij het toevoegen van gember, kaneel, steranijs en kruidnagel ruikt je kamer in een mum van tijd heerlijk naar het beste van de winter en het geeft je warme chocolademelk een extra kruidig kantje. Voor een intensere smaak, voeg een chai theezakje toe aan je melk. 

Ingrediënten (voor 2 personen) 

  • 500 ml halfvolle melk 
  • 2 el. cacaopoeder 
  • 2 tl. zoetstof op basis van tagatose 

Voor de chai kruiden:  

  • 1 chai theezakje EN/OF 
  • 20 g verse gember, in sneetjes  
  • 2 kaneelstokjes
  • 1 stuk steranijs 
  • 4 kruidnagel knopjes 

“Trendy sugars”: waar gaat het om?

Bereiding 

  • Doe de melk in een steelpannetje samen met de cacaopoeder. Zet op een laag vuurtje en laat langzaam opwarmen samen met de kruiden en de gember.  
  • Laat het vuur zo laag mogelijk staan om aanbranden te voorkomen en draai het vuur uit zodra de melk net onder het kookpunt is. Des te langer je de melk op het vuur laat, des te steviger de chai kruiden gaan smaken. 
  • Voeg de zoetstof toe en meng tot deze opgenomen is.  
  • Gebruik een vergiet om de chocolademelk te verdelen over je glazen. Werk eventueel af met wat geraspte chocolade bovenop. Enjoy! 
  • Gebruik je liever een chai theezakje? Voeg het theezakje toe samen met de kruiden (of ter vervanging). Verwijder voor het uitschenken. 

Het recept downloaden

Chocoladecake met rode biet

Onze culinaire blogster Marta Majewska – The Luscious Joys of Princess Misia! – pakt uit met een heel bijzonder gebak! In deze cake zit namelijk geen suiker, maar wel rode biet die voor een zoete, zachte toets zorgt. Zo hoef je niet te veel vetstof toe te voegen, en ben je toch verzekerd van een hemelse smaak.

Lees meer

Vragen over diabetes? Is een gezond gewicht een uitdaging? Of gewoon op zoek naar inspiratie om minder suiker te consumeren?